Om de BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar) optimaal in te kunnen zetten, is het noodzakelijk om op korte termijn op nationaal niveau een aantal zaken op scherp te stellen. Dat zei voorzitter van het BOA-Platform Pieter Winsemius tijdens het BOA Event. “Er zijn te veel vragen die een beleidsmatig antwoord behoeven. En ook te veel invullingen die per gemeente verschillen, die tot verwarring leiden bij zowel burgers als frontlijnwerkers.”
Het BOA-Platform doet een aantal aanbevelingen om de positie van de BOA te verbeteren in het BOA-manifest. “Dit vanuit deskundigheid en betrokkenheid, zonder pretentie van volledigheid.” Het platform is recent met een beperkte financiering van het ministerie van Justitie en Veiligheid opgericht en bundelt de inbreng vanuit de vele betrokken hoeken, uiteenlopend van de VNG, via het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, de Politieacademie tot aan natuurorganisaties en vakbonden.
Pieter Winsemius, voorzitter van het BOA-Platform, presenteerde het manifest tijdens het BOA Event. Volgens hem is er te weinig aandacht voor de rol van de BOA in het nationale beleid. “Zonder overkoepelende visie is sprake van een gebrek aan coördinatie. Wildgroei met de bijbehorende verwarring en stammenstrijd. Zelfs relatief onderschikte aandachtspunten waarover in het veld brede overeenstemming bestaat, leiden niet tot beleidsaanpassingen,” aldus Winsemius.
Aanbevelingen
In het BOA-manifest staan aanbevelingen geformuleerd rond zaken waarover volgens het platform snel duidelijkheid moet komen vanuit de landelijke politiek.
Het gaat onder meer om:
Benaming
Het begrip “buitengewoon opsporingsambtenaar” dekt onvoldoende de breedte van de beoogde functie. De nadruk zou dienen te liggen op het begrip handhaving, dat immers ook toezicht en opsporing kan omvatten.
Uniform
Met oog op de herkenbaarheid voor burgers en een professionele uitstraling moeten handhavers in 2020 allemaal hetzelfde uniform dragen. Het huidige insigne is te weinig onderscheidend, de verschillen tussen gemeenten zijn te groot. Ook is het volgens het manifest zinvol eenduidige beeldvorming en ‘respect’ te bevorderen door middel van een nationale communicatiecampagne.
Agressie
Handhavers hebben steeds vaker te maken met agressie en krijgen daarom lokaal verschillend ook politiebevoegdheden zoals veiligheidsfouillering en geweldsmiddelen zoals handboeien, de wapenstok en pepperspray toegekend. Omdat hiermee grondrechten van burgers in het geding zijn, is nationaal beleid wenselijk.
Gemeentelijk niveau
Integraal veiligheidsbeleid op gemeentelijk niveau zou het uitgangspunt moeten zijn bij toezicht en handhaving, met inbegrip van de nu vaak ontbrekende uitvoeringsplannen op wijkniveau. Het idee is een soort mini-veiligheidshuis op te richten waarbij ook scholen, wooncorporaties en andere instellingen worden betrokken en waar concrete afspraken gestalte krijgen op het gebied van informatiedeling en operationeel overleg.
Takenpakket
Het takenpakket van een BOA vereist voortdurende heroverweging, bijvoorbeeld door driejaarlijkse evaluatie van praktijkervaringen. Bestaande functieprofielen en de bijbehorende procedures verdienen herijking. Lange doorlooptijden dienen te worden voorkomen net als overmatig gedetailleerde checklists. Een bredere inzet gericht op specifieke doelgroepen zoals scholen, zakencentra en horecacentra lijkt zinvol. Zowel bij werving als permanente her- en bijscholing is meer aandacht wenselijk voor psychologische aspecten, gespreks- en benaderingstechnieken en het bestuursrecht.
Opstap
Om de aantrekkelijkheid van het beroep BOA te verhogen is het wenselijk in samenwerking met andere partijen te onderzoeken in welke mate een ervaring als handhaver kan dienen als opstap naar ander werk. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan toetreding tot de nationale politie, dit ook om de ‘streetwise’ frontlijnervaring en de meer gedifferentieerde samenstelling binnen het reguliere politieapparaat te versterken.
Vervolg
Om deze en nog een aantal genoemde plannen in het manifest uit te voeren vraagt het platform dat de minister van Justitie en Veiligheid het voortouw neemt. Daarbij dienen ook de andere hoofdrolspelers betrokken te zijn: de gemeenten en naast de Nationale Politie ook de andere frontlijninstanties.
Winsemius: “Zo’n projectmatige aanpak mag niet ontaarden in een vluggertje, dat heeft de besluitvorming rond de Nationale Politie geïllustreerd. Gedegen huiswerk is vereist, maar tegelijk is spoed geboden. Het aantreden van nieuwe bewindspersonen en de harde conclusies van de Commissie Kuijken bieden daartoe de opstap. De bal ligt op de stip”.
Geef een reactie