In 2016 maakten iets meer dan een miljoen mensen gebruik van een Wmo-maatwerkvoorziening. Dit is 6,2 procent van alle Nederlanders. Een cliënt kan meerdere voorzieningen tegelijk ontvangen, het totaal aantal maatwerkvoorzieningen komt uit op 1.401.620.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft voor het eerst een betrouwbare schatting kunnen maken van het totaal aantal cliënten met een maatwerkvoorziening in het kader van de Wmo. Het gaat om 1.053.505 mensen in 2016. Het gaat om voorzieningen die op basis van een gemeentelijke besluit worden verstrekt. Algemene of vrij toegankelijke voorzieningen op het gebied van de Wmo blijven buiten beschouwing.
Hulpmiddelen en diensten
Ook is een schatting gemaakt van het soort voorzieningen dat wordt gebruikt. Het grootste aantal cliënten, 701.835, kreeg hulpmiddelen en diensten (zaken als woondiensten en -voorzieningen, vervoersdiensten en -voorzieningen, rolstoelen). 408.665 mensen kregen hulp in het huishouden en 264.760 cliënten ondersteuning thuis (zaken als begeleiding, persoonlijke verzorging en dagbesteding), en 26.360 keer werd er verblijf en opvang geregeld. Een cliënt kan van meerdere soorten voorzieningen tegelijk gebruikmaken.
Betrouwbare schatting
Voor de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD) leveren gemeenten op vrijwillige basis gegevens aan het CBS over de verstrekte Wmo maatwerkvoorzieningen. Over het verslagjaar 2016 is het aantal gemeenten voor het eerst groot genoeg om een betrouwbare schatting te maken. Het gaat om gegevens van 243 van de 390 gemeenten, waaronder de vier grootste. Hiermee is de schatting gebaseerd op 11,9 miljoen van de 17 miljoen Nederlanders. Voorheen kon door het CBS alleen een landelijk beeld over Wmo maatwerkvoorzieningen worden afgeleid uit gegevens van het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Dit gaat alleen om Wmo maatwerkvoorzieningen waarvoor een eigen bijdrage is geïnd door het CAK.
Geef een reactie