Gemeenten moeten een melding kunnen krijgen wanneer iemand gedetineerd is en wanneer deze persoon weer terugkeert in de samenleving. Dat wil minister voor Rechtsbescherming Dekker regelen met een besluit dat momenteel geconsulteerd wordt.
Doel van de gegevensverstrekking is dat de gemeente ‘tijdig in contact kan treden met de betrokkene om zoveel mogelijk te zorgen voor een goede re-integratie na zijn terugkeer in de maatschappij’, schrijft Dekker in de toelichting. Dat moet de hoge recidivecijfers terugdringen. Van de meerderjarigen gaat binnen twee jaar de helft weer de fout in, onder minderjarigen is dit zelfs 70 procent. ‘De maatschappelijke kosten hiervan zijn groot, het brengt overlast met zich en legt een aanzienlijk beslag op het justitiële apparaat.’
Terugkeer
Gemeenten hebben zowel tijdens als na de vrijheidsbeneming een belangrijke ondersteunende en coördinerende rol bij de terugkeer van gedetineerden, benadrukt de minister. Het uitgangspunt is dat ex-gedetineerden zelf verantwoordelijk zijn, maar aan vijf basisvoorwaarden moet worden voldaan. Dan zijn het hebben van een identiteitsbewijs, van onderdak, van inkomen (of onderwijs), het aanpakken van schulden en continuïteit van zorg. Als de gemeente weet wanneer iemand vrijkomt, kan zij er bijvoorbeeld voor zorgen ‘dat er woonruimte beschikbaar is voor de betrokkene of dat diens uitkering weer wordt hervat’.
Strikt beperkt
Als het besluit in werking is getreden, kunnen gemeenten zich aanmelden bij het ministerie om op de hoogte te worden gehouden. Dekker: ‘Voor de goede orde merk ik op dat de verstrekking van justitiële gegevens hiertoe strikt beperkt is. Dit betekent dus ook dat er geen gegevens worden verstrekt over bijvoorbeeld het gepleegde strafbare feit.’
[tabs]
[tab title=”Dag van de ondermijning | 23 maart 2018″]Ondermijnende criminaliteit kan niet alleen door opsporing en vervolging worden aangepakt. Een brede maatschappelijke aanpak is noodzakelijk. >>Meer informatie[/tab]
[/tabs]
Geef een reactie