Hulp voor de meest kwetsbaren in de jeugdzorg is regionaal geregeld, maar dat ontslaat gemeenten niet van hun verantwoordelijkheid. Het kan in de keten snel misgaan met objectieve informatie. Wenselijkheid mag hier nooit de werkelijkheid verdringen.
Het is ook wel wat. Ben je als gemeente toch maar mooi verantwoordelijk voor een berg zorgrompslomp. Allemaal taken die met verstand van zaken moeten worden uitgevoerd. Met vallen en opstaan gaat de basishulp samen met sportclubs, kerken, moskeeën, scholen, kinderopvang en vrijwilligers intussen wel goed.
En dan wordt het ingewikkeld
Een zorglaagje hoger wordt het al minder. Regie bij samen oplopen met maatschappelijk werkorganisaties, politie, jeugdgezondheidszorg, opvoedondersteuning, geestelijke gezondheidszorg, centrum voor jeugd en gezin of bureau jeugdzorg blijkt geen sinecure. En dan gaat het hier nog maar om preventie. Het gaat puur goed doordat individuen in de instellingen elkaar opzoeken, het liefst buiten de gemeente om.
En dan de meest kwetsbaren
Hulp voor de meest kwetsbaren is regionaal geregeld. Makkelijk voor gemeenten waar kinderbeschermingsmaatregelen spelen. Hulpverleners doen een onderzoekverzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming. We praten hier over jongeren die niet meer bereikbaar zijn in de preventiesfeer. Zij zijn een risico voor zichzelf en de maatschappij. Zeer specialistische hulp is dan nodig om deze jongeren in de toekomst weer een beetje fatsoenlijk mee te laten meedraaien. Toe maar. Veroordeling tot uithuisplaatsing, ondertoezichtstelling of psychiatrisch onderzoek en dan ondergebracht worden bij de gezinsverzorger van de ‘gecertificeerde instelling’.
Een procedure van checks and balances
‘Rustig kunnen gaan slapen’ is het klassieke devies van hen die de dienst uitmaken. De keten zou goed geregeld zijn en de kinderen zijn in goede handen. Na de melding de beurt aan Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en uiteindelijk de Kinderrechter. Super zorgvuldig. Of toch niet? Sociaal-pedagogisch wetenschapsonderzoeker Harry Berndsen noemt de gang van zaken ‘keteninfantiliteit’ (pdf). Bruusk legt Berndsen het stellen van foute diagnoses door professionals met onvoldoende onderzoekbekwaamheid over de hele linie bloot.
Rechtelijke blunders en dwalingen
Het kan snel mis gaan. Berndsen toont aan dat door ‘boterzachte onderbouwing’ van de 100 verdachte kindermishandelingen er 92 niet kloppen. En dan het klakkeloos overnemen van vermeende seksueel-misbruik-beschuldigingen terwijl werkelijke mishandelingen buiten beeld blijven. Nog wreder noemt hij de kans om binnen de kortste keren het stempel borderline of narcisme opgedrukt te krijgen. Krijg dat weer maar eens uit je medisch dossier.
Inaccuraat, vertekend en onbetrouwbaar
Vooropgesteld, er bestaat geen professional in de keten die fouten wil maken. Toch is met gezond verstand de kans groot dat subjectieve, persoonlijke, politieke, religieuze, ideologische of impliciete opvattingen over ‘juist’ opvoeden in de conclusies terechtkomen. Voorkomen van subjectieve informatie vereist dat informatieverzamelaars van het begin tot het eind toegerust zijn om objectiverend onderzoek te doen, dan wel gesuperviseerd zijn. Anders wordt de kinderrechter ongewild in de luren gelegd.
De risico’s
Kinderbeschermingzorg is regionaal georganiseerd en gemeenten krijgen alleen de rekening. Maar dit ontslaat gemeenten niet van verantwoordelijkheid. Het kind is immers een inwoner. De gemeentelijke regie zou aandacht voor de wettelijke eisen moeten behelzen. Niet voor niks stelt deze dat feiten naar waarheid en volledigheid moeten worden ingevoerd. Onheil kan via de VNG worden voorkomen door het voorschrijven van kwaliteitswaarborgen, controle en toezicht op de manier van waarheidsvinding. Nog los van een gezinsontwrichtende foute veroordeling tot ‘ongeschikte opvoeder’, wordt diepgaand ingegrepen in het leven van de meest kwetsbare kinderen. Wenselijkheid mag hier nooit de werkelijkheid verdringen.
Francinia Steenstra says
Ik heb een voorbeeld: mijn dochter is volgens de jeugdhulp en PsyQ een Borderliner. En dat stempel is een ramp. Omdat ze in werkelijkheid een ongeneeslijke, progressieve, aangeboren ziekte heeft (hEDS). Ze is onterecht uit huis is geplaatst en door de diagnose Borderline heeft ze geen werkelijke hulp gekregen bij haar problemen. Nu is ze volkomen verloren. Met een ongeschikte rolstoel woont ze in een ongeschikt huis. Zelfs ambulancepersoneel laat haar liggen als ze op straat onderuit gaat. Want ze speelt het toch? Ze is toch Borderliner? Ze verzint haar ziekte toch?
De schade die nu wordt opgelopen, zal nooit meer kunnen worden hersteld. Het is 5 voor 12!!! En niet alleen voor haar.