Er komt per regio een aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling om de plannen van het kabinet en gemeenten uit te voeren. Het Rijk stelt daar de komende jaren tientallen miljoenen voor beschikbaar. Van gemeenten wordt een ‘krachtige eerstelijnsaanpak’ gevraagd.
Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Dekker van Rechtsbescherming werken samen met gemeenten tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) presenteerden ze het actieprogramma Geweld hoort nergens thuis. Het bevat een groot aantal maatregelen om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen en duurzaam op te lossen.
Per regio
Om de plannen te kunnen uitvoeren komt er per regio een aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Een landelijk kernteam helpt de ambities te vertalen naar de regio en in de betrokken sectoren en organisaties. Een stuurgroep ziet toe op de voortgang van het programma en heeft een rol in het wegnemen van eventuele knelpunten. Bijvoorbeeld door verbetering van beleid of wet- en regelgeving, of door het maken van nieuwe landelijke afspraken.
Lokale teams versterken
Een verbeterde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vraagt volgens het actieprogramma een krachtige eerstelijnsaanpak in elke gemeente. Veel meldingen over huiselijk geweld en kindermishandeling worden immers afgeschaald naar het lokale team. De kennis en kunde van de teams worden hiervoor versterkt. Onder meer met een basisset van criteria over wat werkt bij lokale teams en basisjeugdhulp, aan de hand van de praktijk en de goede voorbeelden die al bij de gemeenten gerealiseerd zijn.
Veilig Thuis
In het plan wordt de rol en positie van organisatie Veilig Thuis versterkt, maar ook een aantal voorwaarden voor de samenwerking gesteld. Zoals een goede verbinding tussen lokale teams en de JGZ met Veilig Thuis en heldere samenwerkingsafspraken. ‘Veilig Thuis en lokale teams werken bovendien met dossiers waarvan de kwaliteit op orde is en waar feiten en meningen worden gescheiden. We vragen Veilig Thuis om in samenspraak met de gemeente(n) te formuleren wat het van het wijkteam verwacht. Er zijn in individuele dossiers duidelijke afspraken over ieders rol.’
Opvang en woningen
Slachtoffers van huiselijk geweld hebben recht op bescherming en veilige opvang. Dit is vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarvoor gaan de partijen aan de slag met de doorontwikkeling van het stelsel van de vrouwenopvang. Daarin zal onder meer aandacht zijn voor het verbeteren van de instroom, doorstroom en uitstroom en de verhoging van de kwaliteit van de vrouwenopvang.
Gemeenten zijn bezig met een voorstel hoe zij de geconstateerde lokale en regionale knelpunten in de rapporten van het Toezicht Sociaal Domein gaan oppakken. Het Rijk ondersteunt de gemeenten hierbij. Het is volgens het plan daarnaast in het belang van slachtoffers dat de periode in de opvang niet langer duurt dan nodig en zij kunnen doorstromen naar een woning. Daarvoor zijn onder meer beschikbare woningen nodig voor deze doelgroep.
Doelgroepen
Verder komen er speciale multidisciplinaire centra huiselijk geweld, een verzamelnaam voor initiatieven waarin professionals multidisciplinair en systeemgericht werken. Voor een aantal specifieke doelgroepen komt extra aandacht. Slachtoffers van loverboys en van seksueel geweld, kinderen in kwetsbare opvoedsituaties en kinderen van wie de ouders in een complexe scheiding verwikkeld zijn. Maar ook tegen ouderenmishandeling wordt een specifieke aanpak gemaakt.
Plegers aanpakken
Ook gaan de ministers plegers van mishandeling harder aanpakken om herhaling te voorkomen en een signaal naar het slachtoffer te geven. Waar nodig en mogelijk wordt naast straf ook deelname aan een hulpverleningstraject als voorwaarde verplicht gesteld. Plegers mogen zich niet langer aan hulp onttrekken of een traject half afmaken. De minister van Justitie en Veiligheid dient een wetsvoorstel in voor verhoging van het strafmaximum bij stelselmatige kindermishandeling en verlenging van de verjaringstermijn.
Geef een reactie