Ik was vorige maand in Leeuwarden om de wandelende reuzen van Royal de Luxe te zien. Samen met honderdduizenden anderen. Voor het geval jij niet weet waar dit over gaat: Royal de Luxe is een Franse theatergroep die grootschalige spektakels ontwerpt.
De reuzen zijn enorme poppen, soms wel 11 meter hoog, die door grote voertuigen door de stad worden geduwd. Via katrollen en touwen zorgen mensen op en naast die voertuigen dat er ‘leven’ in de poppen komt. De poppen lopen, knipogen, kijken om zich heen en kunnen zwaaien. Zelfs snurken, boeren en scheten laten behoren tot de mogelijkheden.
Menselijke kant
Het viel mij op dat ik al snel al die techniek, de voertuigen, de katrollen, en al die mensen die als contragewicht heen en weer sprongen, niet meer zag. Het kostte vrij weinig moeite om alleen maar een reus te zien, met menselijke trekjes, die door de stad wandelde. En daar was ik niet de enige in. Om mij heen waren veel mensen geroerd door wat ze zagen. En toen het spektakel na drie dagen eindigde en de reuzen per boot de stad verlieten, zag ik nuchtere Friezen huilend op de oever staan om ze uit te zwaaien.
G1000
Het deed mij denken aan de G1000 die wij een paar jaar geleden in Nijmegen hebben georganiseerd. Er kwamen geen reuzen aan te pas, en er waren ook niet honderdduizenden mensen. Maar er was wel degelijk een emotionele reactie bij de deelnemers. Niet dat er mensen stonden te huilen, maar velen waren zichtbaar blij en geraakt door de ervaring van een dag lang praten met stadgenoten. Voor mij was dat een belangrijk succes van de G1000. Blijkbaar was de behoefte bij velen aanwezig om samen met vreemden te praten over de toekomst van de directe omgeving die je deelt. Een gemeenschappelijke ervaring. Als je de reuzen gezien hebt dan delen jij en ik waarschijnlijk een vergelijkbare ervaring, zonder dat we elkaar feitelijk kennen. Dat schept een band.
Burgerinitiatieven
De vraag die het bij mij oproept is: wat kunnen gemeenten met dit gegeven? In beide voorbeelden (en zo zijn er natuurlijk talloze voorbeelden in het hele land) heeft er een versterking van een onderlinge band plaatsgevonden. Mensen die elkaar niet kenden kwamen in gesprek, deelden ervaringen. En juist dat is in mijn beleving iets waar erg veel mensen op dit moment schreeuwende behoefte aan hebben. Bewoners en diverse groeperingen ontwikkelen allerlei initiatieven, zoals de dialoog tafels, buurtontbijt, wijkfeesten en straatontmoetingen.
Wat kan of moet de gemeente hiermee?
Ik ben benieuwd naar reacties op de vraag of gemeenten in dit soort initiatieven wellicht een trekkersrol moeten vervullen. Of juist alleen faciliterend op de achtergrond moeten blijven. Welke voorbeelden zijn er van een krachtige rol van de gemeente in de sociale cohesie? Of wat moeten gemeenten juist niet doen. Ik nodig je uit om als reactie onder dit stukje ervaringen te delen, zodat collega’s bij andere gemeenten er hun voordeel mee kunnen doen.
Geef een reactie