Social media verdelen de samenleving in bubbels. In de eigen bubbel kom je alleen jouw soort mensen tegen die je mening delen (Facebook en in iets mindere mate Twitter), die jou lief en mooi vinden (Instagram) of die letterlijk tot je inner circle behoren (WhatsApp). Zo ‘verbubbelt’ de samenleving. De vraag is of gemeenten dat moeten willen.
Groepsvorming is niets nieuws, we komen uit een verzuilde samenleving waarin ook iedereen om je heen hetzelfde dacht. Met het verschil dat je je daarvan bewust was. Je kende de ander wél. Daarmee werkte je in de fabriek of die kwam je tegen bij de bakker. Je wist heel goed dat die niet bij jouw groep hoorde. En zeker op hoog niveau, in het lokaal bestuur, was er contact tussen de zuilen. Zo werd het land geregeerd.
Veel geraffineerder
De huidige verbubbeling is veel geraffineerder, omdat je niet weet waar je niet bij hoort. Want daar kom je niet. Daar praat je niet mee. Daar denk je niet mee.
Dat fenomeen zie je niet alleen op social media, maar ook op straat. Ook de gemeente vertechnologiseert en digitaliseert. Door internet maken we veel efficiënter gebruik van de stad. We komen alleen nog waar we willen zijn en steeds minder daarbuiten. Omdat we alleen nog maar naar plekken gaan waar we willen zijn, komen we alleen nog maar mensen tegen die we willen ontmoeten. In het stadion misschien, waar alleen clubliefde de verbindende factor is. En op de middelbare school, waar bij de indeling van klassen niet wordt gekeken naar afkomst, maar naar niveau. Hoewel misschien juist daar wel de verbubbeling begint.
Participeren in bubbels?
Het is de vraag wanneer er nog sprake is van een samenleving. Kun je participeren in een samenleving die een verzameling bubbels is? En hoe dan? Hoe bouw je daar je eigen netwerk in op? Of sluit die samenleving buitenstaanders nog harder uit? Het gaat hier over het dilemma’s als menselijke waardigheid. Hoeveel kwaliteit van leven kan zo’n verbubbelde samenleving bieden aan nieuwkomers of mensen die niet zo goed kunnen meekomen?
Sociaal beleid
Het is ook de vraag wat je eraan kan doen. En of je het wel doorhebt. Veel sociaal beleid bij gemeenten wordt gemaakt door hoogopgeleide witte mensen. Dat is niet erg, zolang ze zich maar kunnen blijven verplaatsen in mensen met andere normen en waarden en hun beleid daarop aanpassen. Doen ze dat niet, dan komt veel van dat goedbedoelde beleid niet aan. In feite is het gewoon slecht beleid. De verbubbeling van de samenleving versterkt dat. Het leidt tot ongemerkte en onbedoelde discriminatie. Hoe rechtvaardig is een systeem dat zo is ingericht?
Maar hoe voorkom je dat? Hoe krijg je mensen uit verschillende bubbels bij elkaar? Hoe richt je als gemeente je publiek domein zo in dat er meer ontmoetingen tussen vreemden plaatsvinden? Het fysiek domein wordt, paradoxaal genoeg, steeds meer het sociaal domein.
Dit is een voorpublicatie uit het boek Smart & Leefbaar – Belangen borgen in de digitaliserende gemeente, dat op 12 november verschijnt en gratis is te bestellen via Future City.
Geef een reactie