Waardevol besturen, dat wil natuurlijk iedere gemeente. Maar hoe doe je dat? Niet alleen, zoveel is duidelijk. ‘Op alle punten is de gemeentelijke organisatie afhankelijk van de steun en medewerking van andere publieke, private en maatschappelijke partners.’
Dat staat in het rapport Werken aan Publieke Waarden, op basis van onderzoek door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Universiteit Utrecht. ‘Waar doen we het voor? Dat is een essentiële vraag voor gemeenten om zichzelf te stellen,’ schrijft VNG-voorzitter Jantine Kriens in de inleiding. ‘Met de beste bedoelingen worden er allerlei prestatieafspraken gemaakt. Maar de vraag is of deze afspraken uiteindelijk de aandacht richten op wat daadwerkelijk datgene is wat we willen bereiken.’
Nooit goed kunnen doen
De studie schetst een theoretisch kader. Van daaruit worden zes cases beschreven als goede voorbeelden. Relevant, want gemeenten worstelen met de vraag hoe ze het überhaupt goed kunnen doen. ‘Sommige lokale bestuurders, raadsleden, ambtenaren en wetenschappers verzuchten dat ze het wellicht nooit echt goed kunnen doen. En zelfs als de gemeente mooie dingen voor elkaar krijgt, blijft een deel van haar inwoners en stakeholders – verwend, ongeduldig, cynisch, politiek opportunistisch als sommigen zijn – foeteren over wat er allemaal misgaat of beter kan.’
Allerminst buitenspel
De theorie draait in het kort om drie dingen: wat de gemeenten en hun partners willen, wat zij van hun stakeholders mogen mogen, en wat zij ieder met elkaar kunnen. Deze elementen moeten met elkaar in overeenstemming worden gebracht. ‘College, raad en ambtelijke dienst worden hiermee allerminst buitenspel gezet. Ze blijven een onmisbare rol in het proces en de uitvoering van publieke waarde creatie vormen, maar ze zijn niet de vanzelfsprekende monopolist, initiatiefnemer of regisseur.’
Vertrouwen hersteld
Als goed voorbeeld van lokale democratie wordt onder andere een ruimtelijk ontwikkelingsproject aangehaald. ‘De aanpak was anders dan anders, omdat er geen plan, geen business case en geen afgebakend projectgebied was zoals in de klassieke plannenmakerij gewoon is. In plaats daarvan faciliteerde de gemeente een intensief participatietraject waarbij iedereen die dat wil invloed kan uitoefenen.’ Volgens de evaluatie een geslaagde aanpak. Zo werd ‘het vertrouwen tussen inwoners en betrokken ambtenaren hersteld en dit kan als een succes gezien worden binnen dit participatietraject’.
Geef een reactie