De invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel, waarbij gemeenten de regie terugkrijgen, is met een half jaar uitgesteld naar 2021. De komende twee jaar wordt 40 miljoen euro extra uitgetrokken voor begeleiding en ondersteuning van inburgeraars door gemeenten.
Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken in een brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van de herziening van het inburgeringsstelsel. Het definitieve wetsvoorstel wordt in het eerste kwartaal van 2020 verwacht. Dit betekent dat de nieuwe wet niet voor 1 januari 2021 in werking zal treden, een half jaar later dan gepland. Hierover meldt Koolmees: ‘Ik verkies een goed doordacht en door alle betrokkenen gedragen stelsel, boven een snelle invoering van een hervorming die het goed doet op Haagse tekentafels, maar niet in de echte wereld.’
Het kabinet wil gemeenten stimuleren om gebruik te maken van de huidige ruimte in het stelsel, zolang de nieuwe inburgeringswet er nog niet is. Daarom stelt het kabinet in 2019 en 2020 een bedrag van 20 miljoen voor gemeenten beschikbaar om actief statushouders te begeleiden bij hun inburgering en het leren van de Nederlandse taal. Divosa krijgt tot en met 2021 extra geld (4,5 miljoen in 2019) om gemeenten te ondersteunen en faciliteren.
Regierol
De financiële impuls is ook bedoeld om gemeenten ‘alvast te laten groeien naar de regierol op inburgering in het nieuwe stelsel’. Gemeenten krijgen namelijk een sleutelpositie in de uitvoering. Ze moeten van iedere individuele inburgeraar een brede intake afnemen tijdens het verblijf in het AZC, een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) opstellen en een daarop aansluitend inburgeringsaanbod doen.
Ook zijn gemeenten verplicht om alle asielstatushouders met een bijstandsuitkering voor zes maanden te ontzorgen. In deze periode betaalt de gemeente uit de bijstandsuitkering van de statushouder zijn vaste lasten, hij of zij ontvangt wat overblijft en de toeslagen. Dit voorkomt volgens Koolmees belemmering van de integratieverplichtingen door financiële zorgen en schulden.
Testen
Koolmees verwacht van alle gemeenten dat zij in de aanloop naar het nieuwe stelsel actief de regierol oppakken. Veel gemeenten zijn op basis van de uitgangspunten al gestart met het testen van nieuwe instrumenten en werkwijzen. Ook worden in 2019 en 2020 pilots ingezet op onder andere PIP en de brede intake. De minister wil in het eerste kwartaal van 2020 een landelijk representatief beeld van de activiteiten van gemeenten en welke knelpunten en kansen zij zien.
Geef een reactie