Kunnen wijkteams nu wel of niet effectief zijn om de kosten van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) te drukken? Het Centraal Planbureau en minister De Jonge van Volksgezondheid zijn het niet helemaal eens.
De rekenmeesters van het CPB haalden in januari genadeloos uit, overigens naar het beleid dat is ingezet onder VVD-minister Schippers, de voorganger van De Jonge. Wijkteams waaraan bij de invoering van de Wmo 2015 de rol was toebedacht om de kosten te drukken, blijken juist tot een hogere gemeentelijke zorgrekening te leiden.
CPB: perfecte illustratie
Het planbureau leek met een zeker genoegen gehakt te maken van het beleid. Het rapport, zo werd benadrukt, ‘laat maar weer eens zien dat beleid soms anders uitpakt dan gedacht: de perfecte illustratie dat geloof alleen onvoldoende basis is voor beleid. Meten is weten, zien is geloven.’
Daar kon het ministerie het mee doen. Alles gestaafd met feiten, cijfers en informatief beeld, want het CPB roept natuurlijk níet zomaar wat. Decentrale overheden met een wijkteam verwezen 14 procent vaker door naar ‘dure zorg’ in de periode 2015-2017 dan gemeenten zonder zo’n team.
Kamervragen konden niet uitblijven. In de beantwoording verwijst De Jonge dankbaar naar een artikel van Pauline Meurs, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Zij ‘nuanceert’, geeft aan dat het CPB verschillen tussen wijkteams ‘miskent’, en ‘zet vraagtekens bij de conclusie dat doorverwijzen naar professionele zorg per definitie duurder is’.
De Jonge: feiten én kritiek kloppen
Vervolgens doet De Jonge wat alleen politici gegeven is. Hij schrijft: ‘Ik stel de feitelijke constateringen van het CPB niet ter discussie. Tegelijkertijd zijn de kanttekeningen van mevrouw Meurs terecht.’
Zijn boodschap aan gemeenten: geef nog niet op. ‘Gemeenten zijn nog volop aan het experimenteren met de juiste organisatievorm, samenstelling en benodigde deskundigheid in deze (sociale) wijkteams. Dit hangt mede af van de lokale vraagstukken. Het is dan ook lastig is om nu al generieke conclusies te trekken.’
Besparen op termijn kan wel
Maar misschien zijn sommige tegenstellingen ook echt minder groot dan het lijkt. Het CPB erkent bijvoorbeeld ronduit dat dure zorg mogelijk ‘op de lange termijn besparingen oplevert op andere vormen van zorg of ondersteuning’. Alleen niet direct.
Het planbureau geeft daarbij ook handvatten voor gemeenten die nú al de kosten willen drukken via wijkteams. Bijvoorbeeld de zorgaanbieder geen rol geven in de indicatiestelling of alleen ‘zware hulpvragen’ bij het team neerleggen.
Ambtenaar is strenger
Zo blijkt ook dat een ambtelijke indicatiesteller in dienst van de gemeente minder geneigd is door te verwijzen. Die zou immers weleens meer rekening kunnen houden met de kosten dan met de benodigde zorg.
En het is ook zomaar mogelijk, denkt het planbureau, dat een zorgverlener ‘het beste wil voor de cliënt en vindt dat de meest geschikte hulp in de tweede lijn wordt aangeboden’. Je kan erop wachten: vroeg of laat volgt het keiharde bewijs.
Geef een reactie