Soms heb ik het idee dat ik voortdurend op de rem van de burgerparticipatie moet trappen. Dat is vreemd, want ik ben er een groot voorstander van.
Ik heb niet het idee dat ik begrepen word, eerder dat men het gevoel krijgt dat ik bang ben voor de burger, of nog erger, me beter voel dan de inwoners waarvoor ik in de raad zit. Dan roep ik dingen als: ‘maar we moeten onze vragen kaderen’ of ‘wat vinden we eigenlijk zelf van wat we vragen?’
Participatietrajecten
De participatietrajecten die nu bij ons zijn ingezet, bezorgen me toch wat angstige dromen. Ik zie mij daarin ronddobberen in een roeibootje op een zee van meningen. Het lijkt dan wel alsof ik met die spanen iets te sturen heb, maar in feite ben ik gedoemd te vergaan. ‘Je vroeg het ons toch? Doe er dan wat mee!’
Wat moet ik doen?
Maar wat moet ik ermee doen als ik niet weet wat ik van plan was? En wat weet ik als ik geen kritische vragen durf te stellen, die burgers dwingen na te denken over de consequenties van hun mening? Hoe ontdek ik, als ik mijn eigen mening niet formuleer voordat ik iets vraag, welke consequenties die heeft voor de inwoners? Het is verleidelijk om te roepen dat de mening van de burgers leidend is en dat wij ons beleid daarop afstemmen, maar ik geloof er niet in.
Visie
Ik denk dat het angstige politici zijn die op die manier hun visie vormgeven. Ik kan er in elk geval geen hoge pet voor vinden. Meer respect heb ik voor politici die, op grond van argumenten, bereid zijn hun ideeën aan te passen. Als we dat draaien vinden, wat heeft bevragen en daarover nadenken dan voor zin? Burgerparticipatie moet een doel hebben en niet een schuttersputje zijn voor bange politici.
Deze tekst is eerder geplaatst als blog op www.raadsledennieuws.nl.
Hanneke Koene, raadslid/fractievoorzitter GroenLinks gemeente Eijsden-Margraten
Geef een reactie