Diverse gemeenten experimenteren de laatste jaren met manieren om meer grip op de gemeentefinanciën te krijgen. Een veelgebruikte methode is de methode Duisenberg. Maar helpt dit je ook echt in je werk als raadslid?
Ieder jaar stelt de gemeenteraad de begroting voor de komende periode vast. Hierin geeft de raad de (financiële) kaders mee aan het college en controleert de raad of de wensen uit de Perspectief- of Voorjaarsnota zijn ingevuld. Voor de raad blijft het moeilijk aan de hand van zo’n lijvig document de juiste informatie te vinden. Om hierbij te assisteren, kiezen steeds meer gemeenteraden voor het toepassen van de methode Duisenberg. Ook de gemeenteraad van Ede heeft besloten met deze methode te gaan experimenteren bij de begrotingsbehandeling in 2018.
De Edese aanpak
Een werkwijze uit de Tweede Kamer is echter niet één op één te kopiëren naar Provinciale Staten of Gemeenteraad, waar volksvertegenwoordigers beperkter zijn in tijd en middelen. Door heel het land experimenteert men met lokale varianten. Ook Ede kent een eigen accent. Zo werkten twee rapporteurs één deelgebied uit met ondersteuning van een extern bureau en een raadadviseur van de griffie.
De Edese opbrengst
Het eerste winstpunt dat de methode Duisenberg opleverde, is het perspectief op de prestaties en ambities op het gebied van veiligheid. Niet alleen is inzichtelijk hoe de gemeente Ede presteert op het gebied van Veiligheid in verhouding tot vergelijkbare gemeenten. Ook werd goed zichtbaar welke informatie de raad nodig heeft om te sturen en te controleren en welke informatie nog niet op orde of actueel genoeg was. De twee rapporteurs hebben elk ca. 30 uur aan de uitvoering besteed.
Helpt het je als raadslid?
Om terug te komen op de vraag die ik aan het begin stelde: ‘helpt de methode Duisenberg je ook echt in je werk als raadslid?’ Ik ben daarvan overtuigd. De verdieping en het inzicht in de informatievoorziening zijn waardevolle aanknopingspunten voor mij als raadslid. De aangetroffen informatietekorten maken verbeterslagen mogelijk waardoor de raad beter grip gaat krijgen.
Dit beeld komt ook terug in de resultaten van de evaluatie van de methode onder de 39 raadsleden. Het Edese experiment met de methode Duisenberg krijgt in 2019 een vervolg, op weg naar betere sturing en controle door de raad voor de komende raadsperiode. De hoop is dat deze investering zich in de loop van de tijd, bij herhaling van de methodiek, gaat terugbetalen voor rapporteurs en raad. In hoeverre deze ‘doorwerking’ gaat slagen, is na de eerste keer echter nog niet te zeggen.
Wat is de ‘methode Duisenberg’?
Pieter Duisenberg (VVD) was in 2012 nog maar kort Tweede Kamerlid toen hij constateerde dat het bij een begrotingsbehandeling meer ging over incidenten dan over het algemene beleid. Samen met collega Kamerlid Paul van Meenen (D66) en het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) ontwikkelde hij een andere manier om naar de begroting te kijken. Hierbij analyseren twee rapporteurs, van coalitie en oppositie, een programmaonderdeel aan de hand van zes vragen:
1. Wat is het beeld van het beleidsterrein op hoofdlijnen?
2. Welke doelen zijn gepland/behaald?
3. Welke prestaties zijn gepland/geleverd?
4. Wat gaat het kosten/heeft het gekost?
5. Wat is het oordeel over de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid?
6. Welke conclusies en aanbevelingen heb ik (als rapporteur aan de commissie)?
Met deze bevindingen konden de volksvertegenwoordigers vanuit een gelijke informatiepositie vervolgens een politiek debat voeren over het beleid, in plaats van over incidenten.
Arnold Versteeg, raadslid SGP gemeente Ede
Geef een reactie