De gemeente Den Haag grijpt in op de vrije woningmarkt om de middeninkomens te helpen. Wie meer verdient dan 57.000 euro (alleenstaanden) of 67.000 euro (meerpersoonshuishoudens) komt per 1 juli niet meer in aanmerking voor een huurhuis in het middensegment. De gemeente geeft daarvoor geen huisvestingsvergunning meer af.
De Haagse gemeenteraad stemde donderdag (vergadering terugkijken) voor deze vergunningsgrens. De maatregel is bedoeld om woningen beschikbaar te maken voor bijvoorbeeld politieagenten, leraren en verpleegkundigen, aldus het bestuur. Aan de beoogde woningen hangt een prijskaartje van 720 tot 951 euro per maand. De verhoging gaat alleen gelden voor nieuwe vergunningen. Er verandert niets voor mensen met een inkomen boven de genoemde grens en een lopend huurcontract.
‘Overheidsingrijpen vereist’
Volgens Den Haag is de maatregel nodig vanwege de schaarste op de markt. ‘Een rechtvaardige en evenwichtige verdeling van de woningvoorraad staat hiermee onder druk en overheidsingrijpen is daarmee vereist.’ Hele groepen woningzoekers verkeren ‘in de knel’, staat in de verordening. De ingreep is bedoeld als tijdelijke maatregel. ‘Dit alles met het besef dat de meer structurele oplossing van het vraagstuk in de ontwikkeling van de woningvoorraad in brede zin ligt en niet in de verdeling ervan.’
De stad maakt voor de maatregel gebruik van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, beter bekend als de Rotterdamwet. Die werd al in 2006 ingevoerd, maar met een ander doel, namelijk het weren van niet-werkenden uit wijken die kampen met problemen op het gebied van leefbaarheid. Een eigen inkomen is vereist om daar een huurwoning te betrekken, waarbij in het verleden het niveau van de bijstand als ondergrens werd gehanteerd.
Doelgroepenbeleid
Den Haag maakt nu dus een beweging de andere kant op: wie te véél verdient, kan fluiten naar een particuliere huurwoning. De hofstad is hiermee naar verluidt de eerste. Wat wel vaker voorkomt, is dat voor nieuwbouwwoningen in de vrije sector de eerste jaren na oplevering een ‘doelgroepenbeleid’ op basis van inkomen wordt gevoerd. Zo bepaalde Amsterdam onlangs dat middeldure huurwoningen ten minste 25 jaar na de eerste ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar moeten blijven.
Voor sociale huurwoningen is het gebruikelijk dat de bewoners niet boven een bepaald inkomen mogen uitstijgen. Woningcorporaties moeten 80 procent toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot 38.035 euro, legt Aedes uit. Maximaal 10 procent mag naar inkomens tot 42.436 euro. Nog eens zo’n deel mogen de corporaties vrij toewijzen.
Liberalisatiegrens
Voor sociale huurwoningen geldt de liberalisatiegrens van 720 euro die bepaalt of een woning in de sociale of vrije sector valt. Dat is tevens het maximum om in aanmerking te komen voor huurtoeslag, maar daarvan wil het kabinet volgend jaar afscheid nemen. Het langer laten doorlopen van de toeslag moet de zogenoemde armoedeval tegengaan: het effect dat een inkomensstijging netto nauwelijks iets oplevert, omdat allerlei regelingen wegvallen.
Geef een reactie