Het inkoopbureau van Den Haag en negen andere gemeenten, H10, moet opnieuw naar de tarieven voor de jeugdhulp kijken. Er werden ‘appels met peren vergeleken’, oordeelde de voorzieningenrechter deze week.
Aanbieders van jeugdhulp spanden de zaak aan om de plannen van de gemeenten, waaronder ook Delft en Zoetermeer, van tafel te krijgen. Het inkoopbureau wilde regelen dat alleen nog ‘direct cliëntgebonden uren’ declarabel zijn. De aanbieders verweerden zich dat daarmee niet al hun werkzaamheden worden gedekt. De gemeenten maakten vervolgens ‘op geen enkele manier inzichtelijk’ wat dit systeem zou rechtvaardigen.
3 procent verlies
De aanbieders stelden daarbij dat de voorgenomen tarieven ’te laag en niet kostendekkend’ waren. Daardoor zouden ze ‘niet langer in staat zijn goede jeugdhulp te verlenen’ en afstevenen op structureel verlies. Veel aanbieders van jeugdhulp schreven vorig jaar al rode cijfers. De H10-aanbieders noteerden onder de streep een verlies van zo’n 3 procent.
De rechter bevestigt in de uitspraak dat de gemeenten ‘onvoldoende aannemelijk hebben weten te maken dat zij in de aanmeldingsprocedure op proportionele wijze reële tarieven hebben vastgesteld die kostendekkend zijn en voldoen aan de eisen van de Jeugdwet’. De rechter begrijpt dat dit ‘verstrekkende gevolgen heeft’ voor de gemeenten, die wezen op de tijdnood bij inkoopplannen. Aanbieders mogen daarvan echter niet de dupe zijn.
Onverklaarde verschillen
Gemeenten moeten bij het vaststellen van de tarieven onder meer rekening houden met regionale verschillen. Dat zou hier onvoldoende zijn gebeurd. Uit cijfers blijken bijvoorbeeld ‘zeer grote verschillen’ in productiviteit. ‘Onverklaard blijft waar die verschillen feitelijk uit voortvloeien,’ vermeldt de uitspraak. De rechter sluit daarom niet uit dat de gemeenten ‘appels met peren vergelijken’ in de berekeningen die de basis onder de tarieven vormen. Het H10 Inkoopbureau moet daarom opnieuw naar de tarieven kijken en ‘deze in overeenstemming brengen met de Jeugdwet, zodat ze alsnog kostendekkend en reëel worden’.
Geef een reactie