In deze bijdrage wordt de voorhangprocedure die in artikel 169 lid 4 Gemeentewet (Gmw) is verankerd besproken.
Hoe hangt de voorhangprocedure er in uw raadzaal bij?De voorhangprocedure is in de Gemeentewet opgenomen om de gemeenteraad wensen en bedenkingen in te laten brengen. Dit voordat het college een besluit neemt dat ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente over het uitvoeren van privaatrechtelijke rechtshandelingen (art 160 lid 1 sub e), het voeren van rechtsgedingen, bezwaar- en beroepsprocedures (art 160 lid 1 sub f), het voorbereiden van civiele verdediging (art 160 lid 1 sub g) of jaarmarkten of gewone markten in te stellen, af te schaffen of te veranderen (art 160 lid 1 sub h). Hoe gaat de bestuurlijke praktijk ermee om en hoe zou het (eigenlijk) moeten?
Inlichtingenplicht college
Het college moet zich vroegtijdig bij de raad melden als hij voornemens is een besluit te nemen dat staat beschreven in artikel 160 lid 1 aanhef en sub e, f, g, en h Gemeentewet (Gmw). Het college moet de raad hierover inlichtingen geven, zegt artikel 169 lid 4 Gmw. En wel vooraf. De meest in het oog springende bevoegdheid in dit rijtje is artikel 160 lid 1 aanhef en sub e: het beslissen omtrent het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen (overeenkomsten).
Reactie raad
Als het college de raad heeft geïnformeerd, kan de raad niet anders dan deze informatie voor kennisgeving aan te nemen. De raad kan niet besluiten of hij het er wel mee eens is. Natuurlijk kan de raad dat besluit wel nemen maar daar vraagt het college niet naar. Het college is bevoegd, hij hoeft de raad alleen maar te informeren. De raad kan daar zijn eigen gedachten bij hebben. Dan ligt het op de weg van de raad om in een motie (naast het besluit tot kennisneming) die gedachten te ontvouwen en vervolgens aan het college te sturen.
Ingrijpende gevolgen
Stel dat het voorgenomen besluit ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente, dan moet het college de raad in de gelegenheid stellen zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Het college mag niet eerder besluiten dan nadat hij de raad die gelegenheid heeft gegeven:
1: het is ‘de raad’ die conform de wet in stelling moet worden gebracht. Het is een veel voorkomend misverstand dat het zou volstaan individuele raadsleden of fracties gelegenheid te bieden. De raad dient in de positie te komen als collectief wensen en/of bedenkingen te uiten;
2: de raad wordt niet gevraagd of hij het ermee eens is. Hij heeft slechts de gelegenheid om zijn wensen en bedenkingen aan het college kenbaar te maken;
3: naar de letter hoeft het college niet te wachten totdat de raad zijn wensen en bedenkingen aan het college kenbaar heeft gemaakt. Strikt genomen is het voldoende als het college de raad ‘de gelegenheid geeft’. Als het raadsbesluit om wat voor reden dan ook op zich laat wachten, bijvoorbeeld omdat de stemmen staken, zou het college de keuze kunnen maken om zijn voorgenomen besluit om te zetten in een definitief besluit. Juridisch mogelijk, doch politiek wellicht bedenkelijk.
Wensen en bedenkingen Er zijn in de bestuurlijke praktijk veel manieren die colleges gebruiken om de raad wensen en/of bedenkingen te laten uiten. Een greep:
• het college vraagt de raad ‘in te stemmen met’;
• het college vraagt de raad hem de vrijheid te geven om een passende Green Deal met betrekking tot het project (…) te sluiten;
• het college vraagt de raad ‘om een zienswijze’;
• het college vraagt de raad om wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Staatsrechtelijk lijkt voornoemde nergens op! De beide eerstgenoemde opties zijn onbekend in de Gemeentewet en doen afbreuk aan de controlerende rol van de raad. De twee laatste opties ontberen een op uitvoering gericht ontwerpbesluit. Er ligt immers geen voorstel voor met daarin de concept zienswijze of de concept wensen en bedenkingen waar de raad ‘voor’ of ‘tegen’ kan zijn.
Het college moet zowel de woorden uit artikel 169 lid 4 gebruiken als een op uitvoering gericht ontwerp-raadsbesluit aan de raad voorleggen.
Voorstel tot verbetering/aanpassing
Dit laatste zou als volgt kunnen:
‘Het college stelt de raad voor om geen wensen en bedenkingen te hebben.’
Een dergelijk ontwerpbesluit past in het besluitvormingssysteem dat de Gemeentewet kent, zoals vastgelegd in de artikelen 30 en 32.
Artikel 32 gaat ervan uit dat er een voorstel ligt waar een raadslid ‘voor’ of ‘tegen’ is. Een raadslid kan ‘voor’ of ‘tegen’ stemmen op het voorstel ‘geen wensen en bedenkingen te hebben’.
Wil een raadslid een ander besluit dan het aan de raad voorgelegde, dan kan hij gebruikmaken van zijn recht op het indienen van een amendement. En met dit instrument een ontwerpwens of -bedenking ter vaststelling aan de raad voorleggen.
Aldus kunnen wensen en bedenkingen tot stand komen, en wordt het ontwerpbesluit, juridisch verantwoord, in gewijzigde vorm vastgesteld.
Het bovenstaande betekent dat het college de inhoud van zijn raadsvoorstellen en ontwerpraadsbesluiten moet aanpassen en congruent maken aan de tekst uit artikel 169 lid 4 Gmw en het besluitvormingsmodel uit diezelfde Gmw.
Afstemmingsoverleg is hierover vereist: een taak voor de duale driehoek!?
Olaf Schuwer, Juridisch consultant, dualisme-adviseur
(foto: raadzaal De Wolden)
Geef een reactie