Het zal niemand zijn ontgaan dat de Grondwet is gewijzigd. De bepaling dat de burgemeester bij koninklijk besluit wordt benoemd is eruit gehaald. Elk zichzelf respecterend nieuwsblad of -forum vertrouwt zijn lezers vervolgens toe dat de gekozen burgemeester een stap dichterbij is gekomen.
Deze suggestie mist elke feitelijke grond en geldt alleen al om die reden als hét sprookje-voor-volwassenen van 2018. Trap hier niet in! De Grondwet mag dan wel zijn gewijzigd, dit betekent niet dat in dezelfde wetgeversadem ook de Gemeentewet er op dit punt anders uit is gaan zien. In artikel 61 lid 1 van deze wet staat nog steeds dat de burgemeester bij koninklijk besluit wordt benoemd.
Gaat u er maar vanuit dat deze bepaling er voorlopig nog wel in zal staan. Over de wijze waarop een gemeente in de toekomst een nieuwe burgemeester krijgt, zijn de meningen nog verre van eensluidend. Een voorstel tot wijziging van de Gemeentewet op het onderdeel ‘aantreden burgemeester’ is nog niet aan de horizon te ontwaren. Dus doen we het nog een aantal jaren op de huidige wijze. Het is maar dat u het weet.
Tijd van komen en tijd van gaan
Hoewel we in de nieuwe raadsperiode nog maar een aantal maanden op dreef zijn, is links en rechts al te zien dat raadsleden en wethouders een streep onder hun (soms prille) carrière willen zetten. De een wil er gewoon mee ophouden, de ander aanvaardt een baan elders, een derde heeft het binnen zijn fractie wel gezien. Zoals het in normale arbeidsverhoudingen gebruikelijk is, stuurt betrokkene dan een brief aan de burgemeester of aan de voorzitter van het centraal stembureau. In die brief wordt meegedeeld dat ontslag als raadslid respectievelijk als wethouder wordt genomen. Er wordt ook een datum ‘ingang ontslag’ in de brief genoemd. Echter: de normale arbeidsverhoudingen gelden niet in de politiek! Voor raadsleden en wethouders geldt dat zij hun eigen ontslagdatum niet kiezen. De wet heeft dit al voor hen gedaan! Voor raadsleden is dit de Kieswet (Hoofdstuk W), voor wethouders is dit de Gemeentewet (artikelen 43 en 49).
Tussentijds ontslag raadslid
Voor een tussentijdse wisseling van de wacht in de gemeenteraad bevat hoofdstuk W van de Kieswet de nodige bepalingen. Kernbepaling is dat de voorzitter van het centraal stembureau binnen 14 dagen nadat hij een ontslagbrief van een raadslid heeft ontvangen aan de slag moet. Het ligt op zijn weg om de daarvoor in aanmerking komende kandidaat op de kieslijst te benoemen in de vacature die ontstaat. Deze opvolger heeft 28 dagen bedenktijd.
Let wel: deze actie ‘binnen 14 dagen’ van de voorzitter is alleen aan de orde als de ontslagbrief geen datum ‘ingang ontslag’ noemt! Staat er wel een datum ‘ingang ontslag’ in, dan is die datum bepalend voor de start van de termijn van 14 dagen waarbinnen de voorzitter van het centraal stembureau een opvolgend kandidaat benoemt.
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: raadslid Jansen deelt bij brief d.d. 3 december 2018 aan de voorzitter van het centraal stembureau mee dat hij per 1 februari 2019 de gemeenteraad verlaat. Met als reden ‘dat hij toe is aan een nieuwe uitdaging’.
De voorzitter van het centraal stembureau moet wachten tot het 1 februari 2019 is. Pas vanaf die datum is hij gerechtigd om een opvolgend kandidaat in de vacature te benoemen. Deze heeft 28 dagen bedenktijd. Raadslid Jansen blijft lid van de gemeenteraad totdat zijn opvolger tot de raad is toegelaten.
Duidelijk mag zijn dat raadslid Jansen nog een onbepaald aantal weken na 1 februari 2019 raadslid is. Beter ware geweest als hij in zijn brief geen datum had genoemd. Dan had de voorzitter van het centraal stembureau direct op 3 december kunnen beginnen met het benoemen van de opvolger. En dan had er in goed overleg naartoe kunnen worden gewerkt dat die opvolger tegen 1 februari 2019 tot de raad wordt toegelaten en op passende wijze van raadslid Jansen afscheid kan worden genomen. Uiteraard onder het voorbehoud dat die opvolger binnen 28 dagen de benoeming aanvaardt. Als dat niet het geval is, moet de volgende kandidaat worden benoemd, met wederom 28 dagen bedenktijd.
Tussentijds ontslag wethouder
Ook voor een wethouder geldt dat hij ontslag neemt door het schrijven van een brief, dit keer aan de gemeenteraad. Het noemen van een datum ‘ingang ontslag’ in zijn ontslagbrief bewerkstelligt geen enkel rechtsgevolg. Met één uitzondering: als hij ‘onmiddellijk’ ontslag neemt, is het moment van ontslag er ook onmiddellijk. Het is dus een zelfgecreëerd ontslag op staande voet.
In alle andere gevallen van zelfgenomen ontslag is de datum ‘ingang ontslag’ gekoppeld aan de datum waarop de ontslagbrief door de raad wordt ontvangen. Gerekend vanaf die datum begint een maand te lopen. Na afloop van die maand is het ontslag een feit. Geen dag later. Mogelijk wel eerder: als de raad erin slaagt om binnen die maand een opvolgend wethouder te benoemen én deze de benoeming aanvaardt, is het ontslag op dat moment een feit. Dat kan gelegen zijn op de dag waarop de ontslagbrief bij de raad binnenkomt, dat kan ook op de voorlaatste dag van de termijn van 30 dagen.
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: wethouder Pieterse schrijft aan de raad dat hij ontslag neemt, omdat hij toe is aan een nieuwe uitdaging. De brief komt bij de raad binnen op 3 december 2018. In de brief noemt wethouder Pieterse een datum ‘ingang ontslag’ van 1 februari 2019. Die datum heeft geen enkele betekenis, daar artikel 43 lid 2 Gemeentewet (dwingend) voorschrijft dat het ontslag ingaat uiterlijk op 1 januari 2019. En dat tussen 3 december 2018 en 1 januari 2019 de raad de ruimte heeft om een opvolgend wethouder te benoemen. Gesteld dat de raad erin slaagt om op 4 december ene De Boer in de vacature van wethouder te benoemen, en deze de benoeming terstond aanvaardt, is de heer Pieterse na 4 december 2018 geen wethouder meer.
Wethouder Pieterse staat geen andere weg open dan op 1 februari 2019 ‘onmiddellijk’ ontslag te nemen als het hem ernst is om zijn wethouderschap op die zelfgekozen datum aan de wilgen te hangen.
Dit alles geldt niet als de raad het vertrouwen in een wethouder heeft opgezegd. Het ontslag dat de wethouder daarna neemt óf krijgt gaat onmiddellijk in.
Mooier kunnen we het niet maken…
Mr. Olaf Schuwer, bestuurlijk-juridisch consultant, publicist
Geef een reactie