Staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid wil concreet actie ondernemen om de problemen met de lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) aan te pakken. Het ministerie gaat ingrijpen als zorgaanbieders en verzekeraars er niet in slagen om mensen die complexe psychische zorg nodig hebben, te helpen.
Dat zei hij voorafgaand aan een gesprek met Charlotte Bouwman, die sinds vorige week actie voert in het ministerie van Volksgezondheid (VWS). Bouwman kreeg dinsdag in de hal van het ministerie gezelschap van tientallen lotgenoten en medestanders. Voor de tweede keer in een week is ze in gesprek met Blokhuis over de problemen in de ggz.
In charge
Blokhuis wil iets doen aan de lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Het ministerie van Volksgezondheid moet er wat hem betreft voor gaan zorgen dat er een ‘bodem is voor een bepaald type zorg’. Dat is dan wel een taak voor zorgaanbieders en verzekeraars, aldus Blokhuis. ‘De toezegging is dat we die aan het werk zetten en als dat niet gaat zoals we willen, dan is VWS in charge binnen een maand.’
‘Voor de soort zorg waarvoor nu de ergste wachtlijsten bestaan moet er binnen de zorgverzekering solidariteit worden georganiseerd. Op die manier hebben we nog niet eerder geïntervenieerd, dat is echt nieuws. Ik denk ook dat de Kamer dat als zodanig zal erkennen. Morgen is er een debat en dan zullen er veel woorden gesproken worden,’ aldus Blokhuis. ‘Maar neem van mij aan, we laten het niet bij woorden, er komen ook daden.’
Drie eisen
Om de gezondheidszorg te verbeteren heeft Bouwman drie eisen opgesteld: een helpdesk voor mensen met complexe psychische problemen, landelijke behandelcentra voor deze groep en actie op het gebied van acute hulp. GGZ Nederland onderschrijft de oproep in het manifest van Lijm de Zorg om samen met gemeenten en zorgverzekeraars, de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren.
Rol gemeenten
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ziet 2020 vijf jaar na de decentralisaties als ‘een sleuteljaar’. ‘In deze vijf jaar zijn grote stappen gezet. Zo hebben we nu allemaal het GGZ-akkoord ondertekend. De volgende fase is ervoor te zorgen dat de mensen in de ggz de effecten gaan merken. Ten eerste betekent dat dat gemeenten, en daarachter de VNG, zelf aan de slag moeten,’ schrijft de belangenbehartiger in een brief aan de Tweede Kamer.
Er moeten afspraken komen over verdeling en samenwerking tussen gemeenten. En op regionaal niveau moeten gemeenten onderling de infrastructuur en de samenwerking organiseren, samen met zorgverzekeraars en zorgkantoren. Binnen de gemeentelijke organisatie moeten het sociale, veiligheids- en fysieke domein ‘aan elkaar geknoopt worden’, om zorg en veiligheid en zorg en wonen te koppelen.
Vijf punten
De VNG vraagt in aanloop naar het debat aandacht voor vijf punten die volgens hen landelijk moeten worden geregeld:
- Kom tot een betere ggz-coördinatie voor de kwetsbare groepen, vooral in relatie tot wonen.
- Financier coördinatie en samenwerking op alle niveaus.
- Verstevig zorg- en veiligheidshuizen en borg ketenveldnorm.
- Preventie en verdeling middelen: richt een regionaal Preventiefonds op.
- Voldoende ambulante specialistische ggz-zorg in de wijk.
Geef een reactie