Verduidelijking van het ‘woonplaatsbeginsel’ moet een belangrijke bureaucratische angel uit de jeugdzorg halen. Maar volgens de sector is naast juridische opheldering vooral een ICT-oplossing nodig. Minister De Jonge van Volksgezondheid belooft daarvoor zijn best te doen.
Het woonplaatsbeginsel bepaalt welke gemeente opdraait voor de rekening in de jeugdzorg. Daarover vindt in de praktijk veel getouwtrek plaats, waarvan jongeren de dupe zijn. De zorg wordt bijvoorbeeld onderbroken of te laat opgestart. De ’technische oplossing’ van de minister bestaat uit een aanpassing van het begrip in de wet. De wijziging van de definitie kreeg vorige week groen licht van de Tweede Kamer en moet voor 2021 in werking treden.
Afspraken niet nagekomen
Een convenant uit 2017 zou eerder al het bureaucratisch monster te lijf gaan, maar die afspraken werden niet nagekomen volgens Jeugdzorg Nederland. ‘Gemeenten trekken hun toewijzing in en je moet maar zien dat je met de nieuwe gemeente met terugwerkende kracht afspraken kunt maken,’ constateerde de organisatie bijvoorbeeld in een rapport over administratieve lasten (pdf).
Uit een recent advies van de Geschillencommissie Sociaal Domein blijkt tot in detail hoe twee gemeenten elkaar dwarszitten (pdf). De gemeente die de rekening krijgt doorgeschoven voor een jongere in een instelling, probeert deze te verhalen op de verwijzende gemeente. Die weigert echter te betalen en toont ‘geen enkele bereidheid’ om mee te denken over een oplossing.
Wedstrijdje pingpong
De moeizame samenwerking tussen gemeenten klinkt tevens door in de zorgen van de Kinderombudsman, en kon tijdens de behandeling in de Tweede Kamer op kritiek rekenen. ‘Wij vinden het niet uit te leggen dat zo’n wedstrijdje pingpong uitgevoerd wordt over de rug van kinderen en jongeren die zorg nodig hebben,’ zei SP-Kamerlid Maarten Hijink.
Formeel ligt de financiële verantwoordelijkheid nu bij de feitelijke woonplaats van de ouder met het gezag over de jeugdige. Na de wetswijziging is de BRP-registratie van de cliënt zelf maatgevend. Dit zou veel uitzoekwerk moeten besparen. Bij jeugdhulp met verblijf, mag dan niet plotseling de plaats van de instelling verantwoordelijk worden. De betaalplicht blijft in dat geval bij de gemeente waar de jongere onmiddellijk voorafgaand aan het nieuwe verblijf zijn woonadres had.
Vermelding basisregistratie
Richting de aanbieders van jeugdzorg krijgen gemeenten diverse verplichtingen, zodat er geen onduidelijkheid kan blijven bestaan over de vraag waar de rekening naartoe moet. Jeugdzorg Nederland is echter huiverig om ‘afhankelijk van de gemeente’ te blijven. Een echte oplossing zou liggen in de basisregistratie, door speciale vermelding van het ‘zorgadres’ van een jeugdige.
Dat zou ook steeds de bedoeling zijn geweest, maar stond vlak voor de behandeling in de Kamer toch weer op losse schroeven. De Jonge wilde tijdens het debat slechts toezeggen dat hij zijn best hiervoor gaat doen. ‘Als het gaat om een geautomatiseerde tool om te bepalen naar wie de rekening mag: daar ben ik op zichzelf genomen voor, als dat geen ongerechtvaardigde inbreuk op de Basisregistratie Personen is,’ aldus de minister.
Minder rompslomp
Volgens de minister ‘moet het lukken om dat op tijd af te hebben’, maar met een slag om de arm. ‘Ik ben altijd een beetje voorzichtig met dat type beloftes, omdat overheid en ICT nu eenmaal niet zo’n hele gezonde en gelukkige combinatie blijkt te zijn.’ De Jonge ziet daarbij de wetswijziging op zichzelf als een verbetering en verwacht ‘heel veel minder administratieve rompslomp’.
Geef een reactie