Nu er een ongenadige boeggolf van mensen met schulden aankomt, zetten gemeenten zich schrap door het treffen van collectieve regelingen. Prachtig, vindt Nick Huls, die 35 jaar betrokken was bij het schuldenbeleid. Maar zelf zou hij nog een stap verder gaan. Zijn voorstel: een BSD.
Bureau Schulddienstverlening, daar staan de letters voor. Een weinig sexy naam voor een toch tamelijk innovatief instituut, dat het denken over schulden zomaar zou kunnen kantelen. ‘Het is heel mooi dat er SchuldenLabs zijn,’ zegt Nick Huls, emeritus hoogleraar rechtssociologie van de Universiteit Leiden, ‘en dat gemeenten collectieve regelingen met schuldeisers treffen zoals je nu in Den Haag en andere grote steden ziet gebeuren. Alles wat partijen samenbrengt en de aanpak versnelt is winst. Maar zolang er ruimte is voor verdeeldheid van al die belangen in het veld zal er geen werkelijk duurzame oplossing voor de schuldencrisis zijn. We moeten naar een andere manier van denken. Mensen echt gaan helpen. Door de industrie om hen heen meer dwingend te ordenen.’
Schoolgeld
‘Deurwaarders en incassobureaus verlenen diensten aan schuldeisers, hulpverleners aan schuldenaren. Als je er goed naar kijkt, zie je dat er niet zoveel verschil tussen beide bestaat.’ Huls is graag bereid zijn ideeën toe te lichten, maar hij doet het met een zekere afstand, geeft hij aan. Zonder het activistisch vuur dat sommigen nog wel van hem kennen. Zijn binding met de praktijk blijft ondertussen levendig door bestuurswerk in een huis voor ongedocumenteerde vrouwen. ‘Wat ik daar vorige week nog zag,’ vertelt hij, ‘was dat een van hen kinderbijslag kreeg, onmiddellijk een nieuwe iPhone kocht, en toen het schoolgeld voor haar zoontje niet meer kon betalen.’
Failliet
In hoeverre valt haar zulk gedrag aan te rekenen? Eigen schuld blijft een lastig begrip, vindt Huls. In ieder geval zou iedereen recht moeten hebben op een nieuwe start. En dat betekent ook: een schuldenvrije toekomst. Het is nu bijna 35 jaar geleden dat die overtuiging bij hem binnenkwam in de Verenigde Staten, waar een nieuwe start door de grondwet wordt gewaarborgd. ‘Failliet gaan is daar gewoon een hoofdstuk in je leven. Je waagt een gok om iets op te bouwen waarmee je mogelijk je land dient. Soms win je, soms verlies je. De bedrijven van de man die tot voor kort president was zijn nota bene negentien keer failliet gegaan. In Nederland leven we nog met de culturele erfenis van Napoleon, die schulden haatte omdat hij een oorlog verloor toen zijn leveranciers failliet gingen.’
Nieuwkomers
Huls is geestelijk vader van de Wet schuldsanering natuurlijk personen (Wsnp). Hij wist ons land te winnen voor het Amerikaanse systeem en kreeg dit met de nodige aanpassingen in 1989 verankerd in de Wsnp. Deze neemt mensen met schulden het bewind uit handen en helpt hen in drie jaar met een minimaal budget zoveel mogelijk af te lossen, waarna de restschuld wordt kwijtgescholden. De Wsnp heeft sinds 1998 zo’n 250.000 mensen nieuw perspectief geboden, maar is inmiddels overvleugeld geraakt door een woud aan nieuwkomers zoals private schuldenbewindvoerders, budgetcoaches en vrijwilligers. Daarnaast is de toegang moeilijker geworden. Minder dan 20 procent van de mensen met problematische schulden komt er nu nog in terecht. Er zijn deze week wel plannen gepresenteerd om dit te verbeteren.
Marktwerking
Goede initiatieven zijn talrijk, maar de belangen blijven verdeeld, ziet Huls. ‘Hulpverleners zijn de helft van hun tijd kwijt met het wachten op informatie van schuldeisers. Deurwaarders missen prikkels om te helpen omdat ze door de veel te ver doorgevoerde marktwerking worden afgeknepen. En ondertussen klagen gemeenten over de kosten van particuliere bewindvoerders en snapt niemand meer het verschil tussen een minnelijk en een wettelijk traject. Samen met de kosten van de schuldenindustrie loopt de stress bij mensen met schulden steeds verder op richting kookpunt, terwijl het maatschappelijk rendement minimaal is.’
Bureau Schulddienstverlening (BSD)
Huls onderzocht alle ideeën voor oplossingen die in de lokale en landelijke politiek naar voren zijn gebracht en legde zijn observaties vast in de notitie Sleutelen aan het schuldenbeleid in de post- coronatijd. De notitie mondt uit in zijn voorstel voor een Bureau Schulddienstverlening (BSD): een door de overheid opgelegd pakket van regels dat mensen met schulden snel uitzicht geeft op een schone lei, door samenwerking van dienstverleners aan de incassokant met dienstverleners aan de kant van mensen met schulden.
‘Het BSD zou een stevige uitbreiding zijn van de Brede Schuldenaanpak en de publiek-private samenwerking in het SchuldenLab,’ zegt Huls, ‘omdat het werk van hulpverleners en deurwaarders erin wordt samengevoegd. Het hele pakket aan diensten wordt, gesteund door een gezamenlijk garantiefonds, aangeboden binnen één organisatie. Tegenstrijdige belangen verdwijnen en het hele traject van aflossing en kwijtschelding wordt korter.’
Sociale incasso
Sociale incasso is schuldsanering next level, kun je zeggen. Een synthese van de politieke, sociale, economische en juridische benadering van schulden, waarin een ‘debt jubilee’ gedachte van kwijtschelding doorklinkt die in deze coronatijd wel vaker wordt omarmd. De verwijzing naar het oudtestamentische jubeljaar van teruggave, terugkeer, vrijlating en rust is goed te vertalen naar de urgentie van vandaag. Een verzoenende kijk op schulden, is Huls’ overtuiging, zal ons meer opleveren dan kosten.
Cultuuromslag
Huls hoopt van harte dat corona een stevig overheidsingrijpen momentum geeft. ‘Je ziet niet alleen mensen met schulden worstelen, maar ook de sector zelf. Kijk naar een slogan als ‘We cash, we care’ van een groot deurwaarderskantoor. Of de cultuuromslag die bij het CJIB gaande is. Er schuift van alles, en je hoeft geen profeet te zijn om te zien dat er iets moet veranderen. Als de hulpverlener zakelijker moet gaan werken, en de incassokant socialer, waarom dan niet gewoon samen?’
Het pleidooi voor een BSD hield professor Huls in 2016 al tijdens zijn afscheidscollege ‘Vergeef ons vaker onze schulden: naar een schone lei 2.0’ in de Universiteit Leiden. Maar is nu meer dan ooit urgent.
Sanne says
“De Wsnp heeft sinds 1998 zo’n 250.000 mensen nieuw perspectief geboden, maar is inmiddels overvleugeld geraakt door een woud aan nieuwkomers zoals private schuldenbewindvoerders, budgetcoaches en vrijwilligers.”
En hoevelen zijn er niet gestrand in een WSNP-traject vanwege gebrek aan ondersteuning door de WSNP-bewindvoerder en/of door gebrekkige c.q. ontbrekende nazorg vanuit schuldhulpverlening? Bovendien is de WSNP-bewindvoerder er niet voor de schuldenaar, maar controleert deze ten behoeve van de schuldeisers. Bij vragen krijgt een saniet/schuldenaar veelal (slechts) te horen: “Dat is uw verantwoordelijkheid.”
Het document van Huls maakt duidelijk, dat hij toch niet echt zicht heeft op die “nieuwkomer” van de beschermingsbewindvoerder, die in geval van een ‘schuldenbewind’ meer doet dan alleen de “begeleidende en ondersteunende taak”. Het schuldenbewind vindt bovendien mede zijn oorsprong in het feit dat tot 2014 een ondercuratelestelling uit werd gesproken indien iemand vanwege verkwisting financiële problemen kreeg.
Een schuldenbewind kan ook uitgesproken worden in die situaties, waarin (ook) ‘zijn’ WSNP voortijdig dan wel zonder schone lei wordt beëindigd en dan hebben mensen vooralsnog 10 jaar geen toegang meer tot enige schuldhulpverlening. Maar dàt vergeet hij (gemakshalve?) te noemen. Net als dat hij meent dat een schuldenbewind het schuldenstelsel moeilijker maakt: het is juist de schuldhulpverlening, die de complexe cliëntdossiers liever doorstu(u)r(d)en naar beschermingsbewind, omdat zij ook betaald worden voor succesvolle trajecten door gemeenten vanuit de geldpot voor het sociale domein. En de schuldhulpverlening kost vele malen meer dan de (forfaitare) jaarvergoeding van een beschermingsbewindvoerder, indien dit vanuit bijzondere bijstand vergoed dient te worden.
Bovendien negeert Huls het gegeven, dat mensen met een minimuminkomen uit werk en/of uitkering tegenwoordig nauwelijks rond kunnen komen a;s gevolg waarvan schulden kunnen ontstaan.
Helaas een bijdrage met de nodige lacunes, dus.