Provincies werpen hogere drempels op voor zonneparken. Daarmee hinderen ze niet alleen de plannen van gemeenten, ook de opwekdoelen vanuit de regionale energiestrategieën staan onder druk. Ook Leeuwarden ziet haar duurzame ambities in de knel komen.
Eind oktober beperkte het provinciebestuur in Drenthe de komst van nieuwe zonneparken tot maximaal 625 hectare. Een motie van Provinciale Staten daartoe werd in juli al aangenomen. Na 2030 geldt een volledige stop. Eerder in mei ging de Statenleden in Overijssel akkoord met het voorstel van het provinciebestuur om de voorwaarden voor de aanleg van zonnevelden in natuur- en landbouwgebieden aan te scherpen. In Noord-Brabant nam Provinciale Staten medio november een motie aan, waarin gemeenten wordt verzocht zonnedaken voorrang te geven boven zonneparken. Gedeputeerde Staten moeten dit handhaven.
RES’en
Met hun aangescherpte beleid rijden de provincies de in de Regionale Energiestrategieën (RES’en) gemaakte afspraken met gemeenten in de wielen. In veel regio’s is nadrukkelijk gekozen voor ruimtelijk ingepaste energielandschappen met wind- en zonneparken. Ook de gestelde opwekdoelen in de RES’en voor duurzame elektriciteit (35 TWh is het minimale streven) komen daarmee in het gedrang. Volgens de Drentse gedeputeerde Henk Brink wordt er aan de opgave in de RES niet getornd. Brink zegt alleen te willen proberen om samen met de gemeenten de zon ‘op de beste plekken te krijgen’, waarvan 50 procent op daken, zo stelde de gedeputeerde tijdens de beslissende Statenvergadering. De provincie wil daarin sturen. Brink stelt dat zonneparken en zonneboeren een groot beslag leggen op ruimte, als er aansluitcapaciteit aanwezig is.
NOVI
De aangescherpte provinciale beleidslijnen sluiten aan bij die van minister Ollongren in haar Nationale Omgevingsvisie, die in september naar de Tweede Kamer ging. Bij de presentatie van de definitieve versie van de NOVI gaf Ollongren aan dat de ruimte voor zonneweides en windparken op land schaars is. ‘Doe dat nou niet. Plaats zoveel mogelijk zonnepanelen op daken van gebouwen en zet windmolens alleen neer op zee,’ luidde Ollongrens pleidooi. Overigens tot verbazing van gemeenten, ontwikkelaars en duurzame-energiebedrijven.
Friesland
Ook Friesland heeft zich inmiddels geschaard tot de galerij van provinciaal tegengas aan duurzame-energieopwekking. De in 2019 aangetreden coalitie van CDA, VVD, PvdA en FNP had al meteen windmolens in de ban gedaan. In de eind november door Provinciale Staten aangenomen Verordening Romte Fryslân worden ook nieuwe zonneparken aan veel strengere regels onderworpen. Voor de 22 grootste dorpen en steden geldt een maximum van tien tot 25 hectare, bij alle andere dorpen mogen parken komen van hooguit vijf hectare. De ingestelde ‘zonneladder’ geeft initiatiefnemers alleen groen licht voor grondopstellingen, nadat is aangetoond dat alternatieven op daken en gevels niet mogelijk zijn. Net als Drenthe zet ook Friesland in op 50 procent-zonnedaken.
Leeuwarden
De Vereniging van Friese Gemeenten, waarbij de achttien Friese gemeenten zijn aangesloten, reageerde in augustus al verontwaardigd op het ontmoedigende conceptbeleid in de omgevingsverordening. In juni hadden de Friese Staten al een motie aangenomen voor een tijdelijke vergunningsstop op nieuwe zonneparken in het buitengebied. De gemeenten zijn ontstemd over het feit, dat in dit stadium een limiet aan de omvang van parken is opgelegd. Ook wethouder Bert Wassink van Leeuwarden, tevens co-voorzitter van de RES-regio Friesland, is daar niet blij mee. Eerder in augustus merkte Wassink al op dat de wijzigingen in de verordening de klimaatdoelen voor de RES-regio uit zicht zetten.
In juli 2021 moeten alle dertig regio’s hun RES 1.0 opleveren. ‘De energietransitie is een moeilijk proces, waarin nog veel onduidelijk is. We zijn allemaal gevraagd onze bijdrage te leveren. Dan is het niet handig nu extra piketpalen te slaan voor zonneparken, terwijl we ons eindbod nog moeten bepalen.’ De Friese gemeenten, weet Wassink, denken verschillend over wind- en zonneparken. ‘Dat maakt de discussie al niet makkelijk, hoewel iedereen ‘ja’ gezegd heeft tegen het concept-RES.’
Zon-op-dak
Wassink verwacht niet dat gemeenten met zon-op-dak alleen de gestelde opwekdoelen gaan halen. ‘In Leeuwarden moeten we onze ambitie voor duurzame stroom voor de komende jaren nog vaststellen, maar je kunt zo uitrekenen dat als je eerst naar de daken moet kijken, je wel heel veel daken vol moet leggen. In de praktijk is vijftig procent van de daken volgens ons het maximaal haalbare. Je kunt niet iedereen dwingen zonnepanelen op het dak te leggen. Maar die vijftig procent zal ook onvoldoende zijn om onze ambitie te realiseren. Ik voorzie dat we er zo zeker niet gaan komen. Er is een mix nodig en daar horen ook grondopstellingen bij.’
CDA-gedeputeerde Sietske Poepjes heeft aangegeven open te staan voor specifieke wensen van gemeenten die met de zonneladder in de problemen komen. ‘Dat biedt zeker een opening,’ zegt Wassink, ‘maar of dat daadwerkelijk voldoende zal opleveren, is nog geen automatisme. We hebben met de provincie nog een stevige discussie te voeren.’
Geef een reactie