De aankomende Omgevingswet blijft gemeenten voor problemen stellen. De invoeringsdatum van 2022 is nog niet definitief, de ICT achter de wet niet op orde. Het onderzoek naar de kosten en baten van de wet laat tot april op zich wachten.
Vorige week kon minister Ollongren de Eerste Kamer niet overtuigen van de noodzaak de wet op 1 januari 2022 in te voeren, zoals gepland. Het debat werd geschorst, de senaat was ontevreden over de procedure voor de behandeling van het inwerkingtredingsbesluit.
De meerderheid van de senatoren wenst niet dat de minister hen het mes op de keel zet. Van Ollongren mogen ze nu hun eigen besluitvormingsproces inrichten. Eind vorig jaar namen de zorgen om de invoering van de Omgevingswet al toe.
Duidelijkheid invoeringsdatum
Gemeenten herkennen de zorgen die leven in de Eerste Kamer. De VNG wil desondanks snel duidelijkheid van de minister over de definitieve invoeringsdatum. Een recente brief aan de Tweede Kamer van Ollongren biedt nog geen heldere oplossing, stelt de gemeentekoepel.
Een aantal gemeenten maakt zich al langer druk om de invoeringskosten van de Omgevingswet. Voorzien wordt dat aan de introductie van de nieuwe leefomgevingsregels een veel hoger prijskaartje hangt dan begin 2020 aan de hand van onderzoek werd geschetst (een factor 4 à 5 hoger dan de geraamde kosten van 200 tot 300 miljoen euro). Ook de structurele financiële effecten na de inwerkingtreding zijn nog niet duidelijk.
Kostenonderzoek loopt nog
Het eind vorig jaar verwachte Voorlopig Integraal Beeld van de interbestuurlijke werkgroep Financiën is vertraagd. Het eerder gelekte KPMG-rapport, dat de transitiekosten voor gemeenten op 1,2 tot 1,5 miljard euro becijfert, is inmiddels door beide Kamers opgevraagd. Maar het rapport maakt deel uit van meerdere kostenstudies, die nog niet zijn afgerond. Reden waarom Ollongren het voorlopig niet wil delen.
De vertraging van het Voorlopig Integraal Beeld, verduidelijkt programmamanager Omgevingswet Annemieke van Brunschot van de VNG, zit hem in het formuleren van de juiste onderzoeksvragen door de bestuurlijke partners. ‘Het was van belang dat goed te doen. Maar daardoor konden de onderzoeksbureaus pas later van start.’ De verwachting is dat de minister het complete overzicht in april naar het parlement zal sturen. ‘Vóór die tijd gaan we de uitkomsten nog met onze achterban bespreken,’ zegt Van Brunschot.
Noodvoorzieningen DSO
Een cruciale voorwaarde vanuit de VNG is een goed werkend digitaal stelsel (DSO). Gemeenten zijn momenteel druk aan het testen of het DSO zal werken in de gemeentelijke praktijk. Als dat niet tijdig het geval is, moeten er noodvoorzieningen klaarliggen. De gemeentekoepel denkt aan ‘tijdelijke, flexibele’ oplossingen. ‘Hoe deze oplossingen er exact uit moeten zien, zijn we nu aan het bespreken,’ vertelt Van Brunschot.
Ze vervolgt: ‘We zien bij het oefenen met het DSO dat er mogelijk problemen van zowel technische als juridische aard ontstaan. Daar moeten we eerst een vinger achter krijgen. ‘De minister heeft aangegeven dat tijdelijke oplossingen getroffen moeten worden, als dat nodig mocht zijn. Dat vinden wij ook en we willen het DSO beslist niet inruilen voor iets anders. Cruciaal voor gemeenten is dat het stelsel werkt en dat zij geen hinder ondervinden bij de planvorming en de gebiedsontwikkeling. Anders komt hun kerntaak in het gedrang.’
ICT Omgevingswet
De vertraagde oplevering van benodigde techniek, de zogenoemde STOP-TPOD-standaard, speelde vorig jaar een hoofdrol in het jaar uitstel van de Omgevingswet. Hoewel steeds meer gemeenten een technische aansluiting op het DSO hebben om bijvoorbeeld wijzigingen in omgevingsplannen te publiceren, is het nog niet zo ver dat ze alle onderdelen van het DSO op hetzelfde moment in dezelfde versie standaard werkend hebben.
Met andere woorden, er is nog geen mogelijkheid voor gemeenten om met de hele DSO-keten, van een wijziging van het omgevingsplan tot het afhandelen van een vergunningaanvraag en het bijbehorende toezicht en de handhaving, te oefenen. ‘Dat klopt,’ bevestigt Van Brunschot. ‘De ICT is nog niet overal op zijn plek en technisch voor elkaar.’
Een aantal onderdelen moet nog worden geïmplementeerd. ‘Ook de basisfunctionaliteit voor het muteren van plannen en de toepassingsprofielen zijn nog bij het landelijk programma DSO in ontwikkeling, maar die komen in februari voor softwareleveranciers beschikbaar. Al hoeven we daar in principe niet op te wachten om met oefenen te kunnen beginnen. Dat doen gemeenten dan ook al volop.’ Voor verdere ondersteuning gaat de VNG in maart en april verspreid in het land met DSO-werkplaatsen aan de slag. In februari start een pilot.
Verder uitstel funest
De VNG blijft vasthouden aan de invoeringsdatum van 1 januari 2022. Langer uitstel zal gemeenten alleen maar op extra kosten jagen en funest zijn voor de motivatie van gemeenten om de benodigde mensen en middelen voor de invoering te blijven inzetten. Door de val van het kabinet is er wel meer onduidelijkheid ontstaan.
De VNG heeft op beide Kamers een beroep gedaan de Omgevingswet niet controversieel te verklaren, want dat leidt tot nog meer vertraging. ‘Gemeenten kunnen pas baten realiseren,’ aldus Van Brunschot, ‘als de Omgevingswet in werking is. Pas dan kunnen ze de invoeringskosten mogelijk gaan terugverdienen met de verkorte of weggevallen procedures. Bij verder uitstel komt dat moment weer verder weg te liggen.’
Brede beweging
‘Het momentum is nu,’ zegt ze. ‘Gemeenten hebben al een lange adem moeten opbrengen. Het moet nu echt gaan gebeuren, maar met een werkend stelsel en waar nodig tijdelijke voorzieningen. Dat vindt een brede beweging, niet alleen wij, maar ook provincies en waterschappen.’
Paul Alp says
De Omgevingswet invoeringskosten voor overheidsinstanties lopen verder op. Mogelijk dat de totale kosten in 2029 uitkomen op € 1.800.000.000 ofwel 1,8 miljard Euro. Dat zijn heel veel nullen. Hiervan komt € 1.500.000.000 ten laste van gemeenten. Geen enkele gemeente heeft om de Omgevingswet gevraagd. Wel is de centrale overheid scheutig met een bruidsschat die door de gemeenten eenzijdig moet worden geaccepteerd. De eerste en tweede kamer worden maar beperkt geïnformeerd. Transparantie en eerlijkheid kennen de leden van dit kabinet niet.
Ik denk dat er ook maar weinig burgers zijn die naar een nieuwe Omgevingswet in deze megavorm hebben gevraagd. Uiteindelijk moeten die wel de rekening betalen via verhoogde Woz aanslagen. Het geheel had ook veel, heel veel eenvoudiger kunnen worden aangepakt. De ambities van minister Ollongren overstijgen de realiteit en gaan ook voorbij aan belangen van de burgers.