Sinds begin april gelden landelijke geluidseisen voor de groeiende hoeveelheid brommende warmtepompen. Maar de normen zijn niet streng genoeg en lokaal maatwerk is nu onmogelijk. Gemeenten kunnen geen kant meer op om inwoners tegen het lawaai te beschermen.
De wettelijke geluidseisen in het aangepaste Bouwbesluit gelden voor (nieuw te plaatsen) warmtepompen bij woningen en gebouwen. Met name apparaten die met een buitenunit aan de gevel of in de tuin warmte uit de lucht halen, kunnen voor overlast zorgen. ’s Avonds en ’s nachts mogen niet deze installaties op de perceelgrens niet meer dan 40 decibel (dB) geluid bij de buren veroorzaken. Overdag niet meer dan 45 dB. Een landelijke geluidsnorm is nodig, stelt demissionair minister Ollongren (BZK, met Wonen in haar portefeuille).
Warmtepompen in trek
De energietransitie heeft de markt voor warmtepompen een impuls gegeven. Woningeigenaren en woningcoöperaties zien de apparaten als duurzaam alternatief voor de traditionele aardgasgestookte verwarmingssystemen. De geluidsnormen gelden ook voor airco’s. Door de afgelopen hete zomers zijn ook deze koelmachines aan een opmars bezig. Warmtepompen geven echter in het algemeen een grotere geluidsbelasting.
Met de geluidsnormen wil Ollongren niet alleen de directe omgeving tegen geluidsoverlast beschermen, maar ook de ontwikkeling van stillere apparaten stimuleren. De meeste warmtepompen voldoen nog niet aan de 40 dB-eis. Installateurs moeten voortaan per locatie met akoestische berekeningen vooraf aannemelijk maken dat een pomp aan de geluidseisen voldoet, bijvoorbeeld door deze van een geluidsisolerende omkasting te voorzien of door het apparaat zo ver mogelijk van de buren te plaatsen.
In het Bouwbesluit is een rekenmethode vastgelegd om de geluidsbelasting te bepalen. De nieuwe eisen zouden eerder al per 1 januari ingaan. De bouw- en installatiesector kreeg echter drie maanden uitstel, om zich beter voor te kunnen bereiden.
Continu zoemend geluid
Bij de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) is bekend dat warmtepompen voor steeds meer overlast zorgen. De stichting ontving tot nu toe meer dan honderd klachten over warmtepompen, laat directeur Erik Roelofsen weten, en slechts een enkele melding over een te rumoerige airco. ‘We zien dat warmtepompen vaak direct aan de erfscheiding of tegen de schutting met de buren worden geplaatst.’ Warmtepompen hebben een ’tonaal karakter’, licht de geluidsspecialist toe, wat wil zeggen dat ze continu een zoemend geluid maken wanneer ze aan staan.
Om geluidsoverlast tegen te gaan, pleit de NSG bij buiten opgestelde warmtepompen voor een geluidsgrenswaarde van 30 dB op vijf meter van het apparaat. De huidig beschikbare warmtepompen, zo blijkt uit onderzoek door de NSG, produceren op deze afstand 41 tot 49 dB laagfrequent geluid, zoals dit monotone gebrom in akoestisch jargon heet. Daarom is extra geluidsdemping essentieel.
‘Om hinder te voorkomen is een norm van 30 dB onvermijdelijk,’ legt Roelofsen uit. ‘Dat is de kritische grens. ’s Nachts is het stiller dan ’s avonds. Bovendien moet je met accumulatieve effecten rekening houden, als er in een buurt steeds meer woningen met warmtepompen komen.’
‘Leefbare situatie’
Op zijn website erkent akoestisch adviesbureau LBP Sight, dat het ministerie bijstond bij het opstellen van de geluidseisen van 40 dB, dat de normstelling een compromis is tussen akoestische en wettelijke randvoorwaarden. ‘Je krijgt zo niet het onderste uit de kan, maar je realiseert wel een leefbare situatie,’ aldus de geluidsadviseur. Het adviesbureau zegt de geluidsnormen voor buitengeplaatste warmtepompen te hebben geënt op het akoestisch principe dat sinds 1980 wordt toegepast bij industrielawaai.
In een onderzoeksrapport suggereert het adviesbureau dat een norm van 30 en ook 35 dB bij de huidige warmtepompen, die tot 74 dB kunnen produceren, niet realistisch is. De afstanden om aan die norm te voldoen, zijn groter dan de meeste achtertuinen van woningen. Als meerdere rijtjeswoningen een warmtepomp hebben, zullen ‘zwevingen’ optreden. Dat zijn duidelijk hoorbare en zelfs hinderlijke tonen. Opvallend is dat dit verschijnsel niet in het advies over de nieuwe geluidseisen is meegenomen.
Verzet landelijke normen
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) verzet zich al langer tegen de landelijke geluidsnormen. Volgens de koepel staan de landelijke eisen hogere geluidsniveaus wettelijk toe. Dat zal juist niet tot een stillere woonomgeving maar tot een hogere geluidsbelasting voor buurtbewoners leiden, stelt de VNG, met name in de nachtperiode.
‘Een norm van 40 dB kan nog steeds hinderlijk zijn,’ zegt beleidsadviseur gezonde leefomgeving Michelle Hoekstra. ‘Wellicht dat het bij woningen met een grotere achtertuin nog meevalt. Maar ons land heeft ook veel hoogbouw. De erfgrens zit daar dicht op de woning. Op een balkon of bij een open raam komt het geluid dan veel dichterbij.’
Geluidsnormering APV
Tot de aanpassing van de geluidsgrenzen in het Bouwbesluit konden gemeenten in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) regels stellen om geluidshinder door warmtepompen tegen te gaan. Het vangnetartikel ‘overige geluidhinder’ (art. 4:6 in de model-APV van de VNG) liet een verbod toe op warmtepompen waarvan omwonenden geluidshinder ondervinden. Veel gemeenten, leert een korte rondgang, hebben deze bepaling eerder overgenomen.
Sommige lokale overheden gingen zelfs verder en voerden bijvoorbeeld een maximaal geluidsniveau op de erfgrens of op de gevel van woningen in. Zo heeft Woerden een geluidsnorm op de gevel in de APV opgenomen. In de nacht (tussen 23.00 en 7.00 uur) geldt dat het geluid voor de buren niet hoger dan 35 dB mag zijn. De gemeente nam dus voor de nachtsituatie de door de NSG geadviseerde norm van 30 dB over. Bij de beoordeling van geluid wordt dan voor tonaal geluid een straftoeslag van 5 dB gehanteerd.
Geen gehoor
‘Maar nu er een landelijke norm is, mogen gemeenten dat niet meer. Ze zijn overruled,’ aldus Hoekstra. Gemeenten kunnen geen kant op, stelt ze, om inwoners tegen een hogere geluidsbelasting door warmtepompen te beschermen. ‘We zouden graag zien dat gemeenten zelf weer eisen kunnen stellen om de overlast aan te pakken.’
Bovendien waarschuwt de VNG dat het draagvlak voor warmtepompen zal afnemen, nu er meer geluidsoverlast mag zijn. ‘Dat, terwijl de energietransitie juist dit soort gasvrije oplossingen vraagt,’ zegt Hoekstra. Minister Ollongren geeft tot nu toe geen gehoor aan de kritiek vanuit de VNG.
Geef een reactie