Op zoek naar mogelijkheden om inwoners die langdurig in de bijstand zitten meer te laten participeren? De gemeente Loon op Zand deed samen met adviesbureau K2 onderzoek naar het ‘granieten bestand’. Vier lessen.
Het onderzoek is gebaseerd op een vraag van Frank van Wel, wethouder economische zaken & financiën van de gemeente Loon op Zand: ‘Wij hebben geen zicht op het zogenoemde granieten bestand. Maar hoe gaat het nu met deze mensen, waar dromen ze van?’ K2, een adviesbureau voor maatschappelijke vraagstukken, heeft hier onderzoek naar gedaan voor de gemeente. Ervaringen zijn opgehaald bij mensen die naar schatting langer dan 15 maanden nodig hebben om terug te keren naar werk. Ook zijn professionals ondervraagd van de sociale dienst en van de gemeente. Daarnaast nam het bureau documenten van de gemeente en sociale dienst onder de loep, net als landelijke onderzoeken en actualiteiten.
‘Kokerkijken’
Uit het onderzoek kwam een aantal duidelijke conclusies naar voren. Zo blijkt er vaak gepraat te worden over bijstandsgerechtigden, zonder dat er contact is met deze groep. Ook leven er verschillende ideeën onder professionals over de groep bijstandsgerechtigden en zou er volgens de onderzoekers een gebrek aan kennis bij hen zijn. Daarnaast is de weg naar voorzieningen vaak niet duidelijk genoeg voor de doelgroep. De manier van communiceren vanuit de gemeente, via mail of brief, is te moeilijk.
Ook de begeleiding van een bijstandsgerechtigde is niet vanzelfsprekend. ‘Het gebrek aan begeleiding wordt gekenmerkt door kokerkijken: vanuit de eigen taak of rolverdeling redeneren en niet vanuit de inwoner die hulp vraagt of nodig heeft,’ zo blijkt uit het onderzoek. Professionals verwijzen vaak door, naar andere afdelingen of instanties.
Angst voor controle
Daarnaast is het gevoel van controle dat deze inwoners ondervinden van grote invloed op hun leven. ‘Veel mensen die langdurig in de bijstand zitten, ervaren dat ze continu worden gecontroleerd.’ Het gevolg is dat zij bang zijn om onbewust iets fout te doen en het gevoel hebben altijd op hun hoede te moeten zijn. Ook leidt dit soms tot weerstand.
Vier lessen
Uit het bovenstaande zijn vier belangrijke lessen getrokken. Ten eerste: ‘Ga erheen, maak contact en vraag.’ Het contact tussen een inwoner met bijstand en een professional is belangrijk. Schroom niet een thuisbezoek af te leggen en echt contact te maken. Het neemt letterlijk drempels weg.
Les twee draait om de gidsfunctie. Iedere professional die contact heeft met een bijstandsgerechtigde zou hem of haar meer moeten gidsen naar een concreet gevolg. ‘Doorverwijzen naar een website of vrijwilligersinitiatief heeft geen zin. Een keer meegaan of een collega-professional vragen langs te gaan, heeft dat wel. Dit lukt alleen als de betrokken organisaties hier samen verantwoordelijkheid voor nemen en leidinggevenden hun professionals hier op wijzen.’
De derde les gaat over de aanwezigheid van een gedeelde taal en visie, die is opgesteld door verschillende lagen van de organisatie. ‘Een gebrek aan systematiek kan namelijk zorgen voor chaos, afstandelijkheid en afroming van makkelijkere te activeren doelgroepen.’ Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van leidende principes over hoe om te gaan met inwoners. Zoals: ‘We vragen altijd waarom iemand niet komt.’
De laatste les gaat over het verminderen van stress en het creëren van stabiliteit als stappen om de weg omhoog te vinden. Om stress te verminderen is het zaak dat inwoners zich begrepen en gehoord voelen. Dit kan door in duidelijke, eenvoudige taal te communiceren op basis van vertrouwen. Of door bijvoorbeeld eerst een telefoontje te plegen voordat er een brief op de mat valt. Het creëren van stabiliteit zou kunnen door het stabiliteitsmodel als uitgangspunt te nemen.
H.B. Sodenkamp says
En niemand vraagt zich hierbij af wat er dan zo professioneel is aan deze ‘professionals’ ???