Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kan ‘zware’ omgevingsdocumenten met complex digitaal kaartmateriaal niet aan. De ICT is hierop niet toegerust, erkent de DSO-beheerorganisatie.
De oefenomgeving van het DSO kan zware kaartbestanden niet verwerken, zo sloeg softwareleverancier Tercera onlangs alarm op deze site. In een reactie bevestigt nu de DSO-beheerorganisatie, onderdeel van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet, problemen met gedetailleerde kaarten. ‘We zoeken naar een optimale balans tussen het detailniveau van de kaarten en een werkbare bestandsgrootte.’
Het probleem spitst zich onder meer toe op de publicatie van omgevingsdocumenten. De ernst van het manco neemt toe naarmate de oefenbestanden serieuzer en zwaarder worden, aldus Tercera. In negen van de tien gevallen stelt het ICT-bedrijf foutmeldingen bij het publiceren te krijgen.
Maximale grootte
Om de geometrieproblemen op te lossen, is recent een werkplaats met ICT-leveranciers gestart. Hierin worden richtlijnen voor kaarten vastgesteld. Doel is de geometrische informatie in documenten te ‘optimaliseren’, zodat het DSO kan functioneren. Voor overheden is een handreiking in de maak. Hierin wordt onder meer een maximale bestandsgrootte voor digitaal kaartmateriaal voorgeschreven. De vraag hierbij is nog of het detailniveau van de kaarten omlaag kan.
De problemen met de bestandsgrootte zijn te herleiden tot een verkeerde ontwerpkeuze bij de bouw van het DSO. Daarbij is voor ‘klein berichtenverkeer’ gekozen, met een bovengrens van circa 250 MB aan data. De optelsom van bestanden is hierdoor al snel groter dan wat het systeem kan verwerken.
Geen pdf-kaarten
Het systeem verslikt zich bovendien in pdf-bestanden van kaarten: ondersteuning voor dit bestandstype is niet ingebouwd in de software. Deze ondersteuning zit wél in de STOP-standaard, een technisch koppelvlak van het DSO. Er wordt nog aan gewerkt om pdf-kaarten te kunnen gebruiken, maar dat resulteert mogelijk weer in grotere hoeveelheden data, met alle problemen die daarbij komen kijken.
Een diepere oorzaak achter de falende technologie is gelegen in slechte samenwerking binnen de overheid. Tercera stelde al dat er ‘geen regie’ was, de DSO-organisatie bevestigt ook dit punt volmondig. Zo liep het moeizaam tussen het Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheids Publicaties (KOOP) en het Kadaster. Die laatste beheert de applicatie Regels op de Kaart, voor het inzien van kaartmateriaal.
‘Lastig traject’
De DSO-organisatie kenschetst de samenwerking als ‘een lastig traject’ tussen KOOP en het Kadaster. ‘Er waren verschillen van inzicht over de optimale techniek. Het heeft tijd gekost om deze inzichten op één lijn te krijgen. Door oefenen met echte content zien we dat de praktijk zwaarder weegt dan principes en academische zienswijzen. Er wordt nu samengewerkt aan een werkbare oplossing.’
Drie innovaties voor een behapbare Omgevingswet
Dit najaar rollen de eerste innovaties uit het O-Lab. ‘Van een complex geheel gaan we naar behapbare processen met praktische hulpmiddelen.’
Eind van het jaar moeten alle overheden zijn aangesloten op de oefenomgeving van het landelijk systeem, dat in oktober nog ingrijpend op de schop gaat. Tot de invoering van de Omgevingswet in juli 2022 kunnen gemeenten en andere overheden proefdraaien voor onder meer het publiceren en wijzigen van omgevingsplannen en het ontvangen van aanvragen voor omgevingsvergunningen. Twee derde van de gemeenten is al aangesloten op deze ‘preproductie-omgeving’.
Zeeland meldt succes
De provincie Zeeland meldde vorige week dat ze er als eerste in is geslaagd een ontwerp-omgevingsverordening in het DSO te publiceren. Op dit ‘succes’ valt wel wat af te dingen. Zo bevat deze verordening géén ingewikkelde geometrie en zijn de bestanden van het omgevingsdocument door de DSO-organisatie handmatig ingelezen, aldus Tercera, dat ook hier de plansoftware levert.
De landelijke DSO-organisatie merkt nog op dat het bouwen van een ‘complex en innovatief’ systeem nu eenmaal met vallen en opstaan gaat. ‘We begrijpen dat het voor softwareleveranciers en andere betrokkenen heel vervelend kan zijn dat dit leerproces leidt tot storingen en zaken die nog niet optimaal werken. Dit hoort bij de ontwikkeling van een dergelijk complex en innovatief digitaal stelsel.’ De invoeringsdatum van de Omgevingswet zou geen gevaar lopen, anders dan het geluid vanuit Tercera.
Weinig tijd
Het aanpassen van de uitwisselingsstandaard – de enige optie volgens Tercera om de problemen bij de bron aan te pakken – hoeft geen zware ingreep te zijn. Wel moeten partijen het over zo’n wijziging eens worden en er is tijd nodig voor het DSO om het systeem om te bouwen en leveranciers om hun software aan te passen. De inwerkingstredingsdatum van 1 juli 2022 is dan vermoedelijk niet meer haalbaar, omdat er onvoldoende tijd overblijft om systemen te beproeven.
De gemeentelijke ICT-praktijk volgt de ontwikkelingen met grote belangstelling. Veel gemeenten hebben nu al ruim twee jaar kosten aan plansoftware (inclusief adviseurs en eigen personeel), terwijl ze deze systemen nog nauwelijks hebben kunnen uitproberen.
Geef een reactie