De Eerste Kamer liet zich vorige week bijpraten over de technische stand van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Conclusie: de meeste experts vinden het onverantwoord om op 1 juli 2022 van start te gaan.
Tijdens het deskundigenoverleg in de senaat waarschuwde adviseur Lieuwe Koopmans van plansoftwareleverancier Tercera wederom voor de technische gebreken van het DSO. Begin september waarschuwde hij op deze site voor dreigende ineenstorting van het systeem.
De oefenomgeving van het DSO had de afgelopen periode te kampen met diverse problemen en storingen, waarbij technische tekortkomingen aan het licht kwamen. Zo kon het DSO geen ingewikkelde omgevingsplannen aan.
Rapport bevestigt haperingen
Een maandag verschenen rapport – gedateerd 7 oktober – bevestigt de eerdere haperingen. Bij verschillende tests ondervonden provincies en waterschappen problemen met het publiceren van grote omgevingsverordeningen met veel digitaal kaartmateriaal. Bij de gemeente Waalre nam validatie van het omgevingsplan veel tijd in beslag. Ook downloaden van een eerder gepubliceerd plan en aanpassen daarvan, verliepen nog niet helemaal goed.
Na aanpassingen van de software meldde de DSO-organisatie eind november dat het laden van complexe plannen zonder foutmeldingen in de landelijke voorziening inmiddels mogelijk was. Het primaire probleem zou zijn opgelost. De verwerkingstijden zouden van uren naar enkele minuten zijn teruggebracht.
Volgens Koopmans is er echter veel meer tijd nodig voor overheden om hun systemen te testen en meer technisch inzicht in de software te krijgen. Meer dan 90 procent van zijn ruim 140 gemeentelijke klanten heeft nog helemaal niets gepubliceerd.
Gereedschap niet af
De meeste experts die waren opgetrommeld in de Eerste Kamer, delen de zorgen van Koopmans. Ze wijzen invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022 af. Geo-specialist Annetje Knaap van softwarebedrijf GISkit zegt zich voor te kunnen stellen dat er behoefte is aan een extra half jaar. ‘Het gereedschap om met de Omgevingswet te werken is pas in het eerste kwartaal van 2022 klaar. Ik snap dat er vanuit technisch perspectief meer ruimte nodig is.’
Directeur Koos Seerden van Rho Adviseurs en vertegenwoordiger namens de brancheorganisatie van stedenbouwkundig adviesbureaus, heeft sterke twijfels. Zijn achterban is goed voor 80 procent van de nieuwe bestemmingsplannen. ‘Het maken en toetsen van plannen gaat straks volledig digitaal. Het DSO vergt een totaal nieuw ambacht met nieuw gereedschap dat je moet leren kennen en waarmee je voldoende tijd moet kunnen oefenen om ermee te werken. Het digitale gereedschap is nog niet af, dus de tijd tot 1 juli is te krap.’
Zolang beide Kamers geen definitief invoeringsbesluit hebben genomen, voorziet Seerden, zullen ruimtelijke adviesbureaus terughoudend blijven en zich focussen op projecten onder de bestaande wetgeving. ‘De Omgevingswet is belangrijk, maar niet zo urgent als het bouwen van woningen.’
Overgeleverd aan software
Emeritus hoogleraar bestuursrecht Jan Struiksma zou veel meer tijd willen nemen. Hij adviseert met invoering van de wet nog drie jaar te wachten nadat het DSO volledig bedrijfsklaar is opgeleverd. ‘In de tussentijd zullen we niet alleen aan de technische maar ook aan de juridische kant alles continu kritisch moeten monitoren. De digitale representatie van de Omgevingswet moet kloppen met de wetgeving erachter.’
Volgens Struiksma dreigen gemeenten zich volledig over te leveren aan softwareleveranciers, die de wettelijke regels hebben geïmplementeerd in hun producten. ‘Of dat goed gebeurt, weten we niet. We weten eigenlijk heel weinig. De nadruk ligt op het digitale werk, maar juristen zullen gemeenten straks aanspreken op de wettelijke versie en niet op de digitale representatie daarvan. Dat kan hen wel eens duur komen te staan.’
Struiksma is geschrokken van wat hij tot nu toe heeft gezien aan digitale omgevingsplannen. In de digitale plandocumenten moeten overheden bijvoorbeeld regelgeving, gebieden en activiteiten toevoegen. ‘Er is iets totaal nieuws gecreëerd, zonder veel aandacht voor de uitvoeringspraktijk,’ zegt deze deskundige.
‘En er is te veel vrijheid,’ aldus Struiksma. ‘Iedereen doet het anders. Het is niet realistisch dat dit meteen goed komt. Daar is veel meer tijd voor nodig. Als je het DSO ingrijpend zou vereenvoudigen, maak je het voor de praktijk bovendien een enorm stuk werkbaarder.’
Kritiek versus Kamerbrieven
Eerste Kamerleden toonden zich onder de indruk van de zorgen bij de DSO-experts. Senator Mary Fiers (PvdA) zegt zich te verbazen over het verschil tussen de kritische DSO-experts enerzijds, en aan de andere kant de optimistisch getoonzette Kamerbrieven van demissionair minister Ollongren. ‘Daar zit toch wel een enorm gat tussen, en dat vind ik problematisch. Komen de signalen uit de praktijk niet door, denk ik dan?’
Fiers pleit voor een nieuw advies door het Adviescollege ICT-toetsing, voordat de senaat tot besluitvorming over kan gaan. Ze kan zich voorstellen dat de minister of de VNG de komende periode gaat schuiven en alsnog voor uitstel kiest. ‘Op Bouwend Nederland na gaven de deskundigen een duidelijk signaal af: dat we niet én de techniek op orde kunnen hebben én voldoende geoefend hebben om op 1 juli 2022 verantwoord van start te gaan.’
Begin volgend jaar debatteert de Eerste Kamer met de minister over de invoering van de Omgevingswet.
Geef een reactie