Opnieuw gaan er gemeenten aan de slag met het IJslandse preventiemodel, een preventieve aanpak om het middelengebruik onder jongeren tegen te gaan. De basis verschuift naar opgroeien in een kansrijke omgeving. Ook de zes pilotgemeenten die eerder startten, gaan verder met de werkwijze.
In 2018 startte een pilot met het IJslandse preventiemodel in zes Nederlandse gemeenten. Deze aanpak heeft als doel het middelengebruik onder jongeren tegen te gaan en zo een gezonde leefomgeving te creëren en hun welbevinden te verbeteren. Door de jongeren alternatieven te bieden kunnen ze worden gestimuleerd om gezondere keuzes te maken. Tijdens de proef die tot 2021 liep is er veel kennis opgedaan en hebben de deelnemende gemeenten geleerd van hun aanpak.
Opgroeien in een kansrijke omgeving
Nu gaat er een nieuwe groep van tien gemeenten voor vier jaar aan de slag met de preventieve aanpak. Dit zijn de gemeenten Altena, Dinkelland-Tubbergen, Ede, Goeree-Overflakkee, Horst aan de Maas, Maastricht, Nijkerk, Oldambt, Schouwen-Duiveland en Vijfheerenlanden. De pilot krijgt een nieuwe naam: Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO). De basis is nog steeds het IJslandse model, maar dit is nog meer toegespitst op de Nederlandse situatie aan de hand van de lessen uit de pilot. Het doel van de aanpak stelt centraal dat alle jongeren kunnen opgroeien in een kansrijke omgeving. Daarbij is aandacht voor welbevinden en het voorkomen van middelengebruik.
‘Van waarde voor elke gemeente’
De zes pilotgemeenten die eerder aan de slag zijn gegaan met het IJslands model gaan ook door en zullen hun focus wat verleggen naar de nieuwe benadering. Dit zijn Amersfoort, Hardenberg, samenwerkingsverband Kempengemeenten (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-De Mierden), Sudwest-Fryslan, Texel en Urk. Na de pilot bleken de zes enthousiast over de aanpak. Het model om middelengebruik onder jongeren tegen te gaan, is volgens hen van waarde voor elke gemeente. Zij waren onder andere enthousiast over de integrale, positieve langetermijnvisie op het jeugdbeleid. Net als over de samenwerking met lokale partners en over wetenschap en lokale cijfers als basis voor het beleid.
Het Trimbos-instituut ondersteunt de gemeenten hierbij, net als het Nederlands Jeugdinstituut.
Geef een reactie