Het takenpakket van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zou uitgebreid kunnen worden met handhaven op drie lichte verkeersovertredingen door fietsers. Die conclusie wordt getrokken na een proef in Utrecht, waarbij boa’s verkeerscontroles uitvoerden om de politie in taken te verlichten vanwege de hoge werkdruk bij agenten.
De Tweede Kamer is schriftelijk op de hoogte gesteld over de resultaten van de proef via de minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius. Tijdens de pilot controleerden boa’s tussen februari en half augustus 2021 in Utrecht op fietsverlichting, het negeren van rood licht en het vasthouden van een mobiele telefoon bij fietsers.
4400 boetes
In die periode deelden de boa’s 4400 boetes uit, de politie kwam in dezelfde tijd tot 1004 boetes. De boa’s deelden in de pilot-periode voor deze overtredingen meer bekeuringen uit dan de 3956 boetes van politieagenten in het hele jaar 2020. ‘Alleen al deze cijfers laten zien dat inzet van boa’s bijdraagt aan meer effectieve verkeershandhaving,’ zo staat in het onderzoeksrapport.
Capabel
‘Daarnaast zien we dat boa’s in de Utrechtse pilot capabel zijn om te handhaven op deze feiten: de feiten zijn eenvoudig vast te stellen en het risico op gevaarzetting lijkt klein. Ook denken we te kunnen constateren dat de boa’s in de Utrechtse context als voldoende gezaghebbend worden gezien door overtreders van de in deze pilot onderzochte feiten’.
Verder getest
De pilot werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid, en moet volgens de evaluatie verder getest worden in andere gemeenten. Dit bijvoorbeeld ook voor de context in kleinere gemeenten en ten aanzien van het effect op de naleving en de verkeersveiligheid.
Geef een reactie