In sommige situaties is cameratoezicht een optie voor het handhaven van de openbare orde. Hoe voer je dit in? En wie is waar verantwoordelijk voor? De nieuwe factsheet van het Centrum voor Crimininaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) biedt uitkomst.
De gemeenteraad kan op grond van de Gemeentewet – middels een aanwijzingsbesluit – de burgemeester de bevoegdheid verlenen om cameratoezicht in te stellen. Dat gebeurt alleen als dit noodzakelijk is voor handhaving van de openbare orde. Cameratoezicht roept verschillende vragen op. Wat betekent het instellen hiervan in praktische zin? Op welke manier zijn politie, officier van justitie en gemeenteraad hierbij betrokken? Wie is voor welke taken verantwoordelijk? En wanneer moet het cameratoezicht eventueel weer worden beëindigd?
Factsheet voor cameratoezicht
Het CCV heeft een themadossier Cameratoezicht en maakte hiervoor ook de factsheet ‘Cameratoezicht inzetten’. Daarin een antwoord op bovenstaande vragen. Zo staat er bijvoorbeeld in op welke grond de gemeenteraad de burgemeester de bevoegdheid kan verlenen om cameratoezicht in te stellen. Ook is er te lezen welke publieke partijen nodig zijn om cameratoezicht in te kunnen zetten en welke rol zij vervullen. Zo is het bekijken en verwerken van beelden voorbestemd aan de politie en kan alleen de burgemeester het cameratoezicht evalueren en beëindigen.
Stappen bij beëindiging of verlenging
Daarnaast beschrijft het document wanneer het cameratoezicht beëindigd of verlengd moet worden. En wat de stappen zijn om dit te doorlopen, zoals evaluatie of het verlengen van het aanwijzingsbesluit. Ook bevat het een kort maar krachtig stroomschema om cameratoezicht in te voeren. Hierin is het aanpassen van de APV opgenomen, net als het gebruik van het afwegingskader voor het bespreken en evalueren met de lokale driehoek.
Geef een reactie