Een wetsvoorstel waarin 86 keer het woord ‘geheim’ voorkomt, wordt nauwelijks opgemerkt en niet controversieel verklaard. Het gaat hier om ‘de integriteit in het decentraal bestuur’. Met oplossingen volgens Ollongren.
‘Besturen gaat niet altijd zonder conflicten,’ schrijft de bewindsvrouw in de toelichting op haar voorstel Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur. Demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken sondeert hiermee oplossingen voor gedoe in de gemeentepolitiek, in het bijzonder integriteitskwesties die uitmonden in ‘aanhoudende bestuurlijke problemen’.
Gemeente in gevaar
Deze problemen, zo schetst de minister zonder man en paard te noemen, ‘brengen het behoorlijk functioneren van de gemeente in gevaar en tasten het gezag van het openbaar bestuur aan’. Daarmee is direct de maat vol, want Nederland verdient natuurlijk een integer bestuur, aldus Ollongren. Bestuurlijke integriteit prijkt hoog op haar politieke agenda, vandaar ook het wetsvoorstel.
Wethouders leken onlangs kritisch over de plannen van de minister, maar stemmen er overwegend mee in. Het commentaar van de Wethoudersvereniging betrof een voorgenomen nota van wijziging bij het voorstel. Daarmee hoopt de minister vóór de raadsverkiezingen in maart 2022 een verplichte ‘risicoanalyse’ voor nieuwe wethouders te regelen.
Risicoanalyse wethouders
De wethouders zien geen wezenlijk bezwaar daartegen, en vragen de minister zelfs dwingend voor te schrijven hoe deze risicoanalyse eruit moet zien. Laat dit niet over aan de gemeenteraden, aldus de vereniging, want dan houd je de huidige lappendeken van bestaande integriteitstoetsingen alleen maar in stand. ‘Wij geven de voorkeur aan een verankering in de wet boven een verordening die vastgesteld wordt door de raad,’ tekent de vereniging op.
De lobby van raadsleden ziet dit totaal anders en noemt het een ‘positief gegeven’ dat de raad in het voorstel de reikwijdte van de risicoanalyse bepaalt. Sterker, raadsleden hebben eigenlijk helemaal geen behoefte aan verplichtingen op dit gebied: ‘Volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is onvoldoende gemotiveerd welke urgentie er gemoeid is met deze wettelijke verankering. Het aantal wethouders dat te maken krijgt met integriteitsschendingen is relatief beperkt.’
Raad verzwakt
Het sentiment onder raadsleden is dat Ollongren van een mug een olifant maakt en ondertussen de positie van de raad verzwakt. De informatiepositie vooral. Zo lijkt het erop dat alleen de beoogde wethouder zelf en de burgemeester de volledige risicoanalyse onder ogen krijgen. De raad, die uiteindelijk beslist over de benoeming, moet het omwille van de privacy van de kandidaat doen met een soort samenvatting.
Het wetsvoorstel dat eind augustus 2020 al is ingediend bij de Tweede Kamer bevat naast de toe te voegen risicoanalyse voor wethouders een serie andere maatregelen. De minister ziet voor zichzelf een ‘opgave’ om de in haar ogen talrijke lokale integriteitsproblemen het hoofd te bieden met nieuwe regels. Zo kan het ministerie in de toekomst beter meekijken bij wat er lokaal speelt.
Op de voorgrond
Als het in een gemeente rommelt, dan ligt daar nu al een rol voor de vooruitgeschoven post van ‘de Kroon’: de commissaris van de Koning. Als voorzitter van het provinciebestuur is die belast met het interbestuurlijk toezicht op de gemeenten in de regio. Diens baas is in de praktijk de minister van Binnenlandse Zaken, want de Koning heeft zoals bekend geen politieke verantwoordelijkheid. Ollongren wil nu de CvdK oftewel zichzelf meer op de voorgrond plaatsen als er in een gemeente trammelant is.
Ze benadrukt in het voorstel weliswaar dat er niets verandert in de bevoegdheden. Maar ze verzekert ondertussen wel iets belangrijks: de commissaris krijgt in het wetsvoorstel ongelimiteerd toegang tot geheime beraadslagingen en stukken in een probleemgemeente. Dat is nodig om de boel effectief te kunnen gladstrijken, meent de minister.
Dit oogt natuurlijk wel als een versterking van de lange arm van het departement. Op grond van informatie die de minister bereikt, kan ze immers bestaande wettelijke instrumenten inzetten om lokaal in te grijpen.
Gemeentegeheimen
De geheime informatiehuishouding van de gemeente verandert op nog een manier door het voorstel. Want waar nu bekrachtiging van de raad vereist is voor geheimhouding, kan het college daar straks zelf toe besluiten. De minister presenteert dit louter als het schrappen van een formaliteit om efficiënter te werken. De raad, benadrukt ze, houdt het laatste woord over het vrijgeven van stukken.
Zowel deze bemoeienis met de geheime gang van zaken als de toegang tot gemeentegeheimen voor de CvdK, bleek niettemin al gevoelig te liggen. De vereniging van raadsleden is tegen beide onderdelen. ‘Volgens ons zou de raad over de bekrachtiging tot geheimhouding moeten besluiten vanuit zijn rol als hoogste bestuursorgaan,’ luidt het principiële standpunt daarover.
Rondneuzen
De Wethoudersvereniging vindt het wel prima dat de geheimhoudingsbal bij haar eigen achterban wordt gelegd, en krijgt daarin bijval van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Maar ook die twee zijn niet geporteerd van een commissaris van de Koning die overal in gemeenteland mag rondneuzen zodra hij onraad ruikt. Zo moppert de VNG dat de rol van deze toezichthouder ’te onbegrensd en ongeclausuleerd’ zou worden.
Van deze en andere bezwaren die al langer geleden zijn geuit, trekt Ollongren zich ogenschijnlijk niets aan. Het wetsvoorstel dat bij de Tweede Kamer ligt is althans niet wezenlijk veranderd na de kritiek. Daarbij wist de minister zich gesteund door de Raad van State, die geen van de lokale zorgen bleek te delen en niets op de plannen had aan te merken.
Soepel voorbeeld
Kamerleden stelden bij de schriftelijke behandeling wel enkele kritische vragen. D66, de partij van de minister, merkte op dat de ‘direct gekozen organen’ er wat karig vanaf komen in het wetsvoorstel. Maar ook daardoor laat de minister zich niet van de wijs brengen. En zo lijken de regels geheel volgens plan nog voor de raadsverkiezingen in werking te gaan treden, als lichtend voorbeeld van een soepel functionerend bestuur. Hoe zij dat klaarspeelt, is het geheim van de minister.
In deze procedure komen geen direct gekozen organen aan bod. Een grotere rol van de volksvertegenwoordiging zou dan op zijn plaats zijn om transparantie en democratische legitimatie in het proces te bewerkstelligen.”
– D66-fractie in Nota naar aanleiding van het verslag, Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur
Jan Fonhof says
Voor Ollongren maar een functie elders (bijv. WW) zoeken.
Wat een brutaliteit om lokale volksvertegenwoordigers door landelijke volksvertegenwoordigers te laten overrulen. Kijk en lees het boek en de nota van 76 kantjes van Pieter Omtzigt. Daaruit blijkt dat landelijke politici veel te weinig of niets doen wat ze zouden moeten doen.