Politiek Den Haag wenst ‘onafhankelijk’ milieutoezicht, maar de voorgestelde centralisatie gaat dit niet brengen. Juist het Rijk maakt vergunningen tot politieke inzet.
VVD-coryfee Van Aartsen kraakte eerder dit jaar het milieutoezicht af, nadat D66-milieustaatssecretaris Van Veldhoven had gevraagd om zijn kritische blik. Haar idee was dat het VTH-stelsel (vergunningverlening, toezicht, handhaving) ‘effectiever’ en ‘slagvaardiger’ kon. Met meer ‘onafhankelijkheid’ en ‘deskundigheid’. Inmiddels is het tijd voor de politiek om er ook iets van te vinden.
Vlammend stuk
En of het beter kan, oordeelde Van Aartsen in de geest van zijn adviesopdracht. De oud-minister van Landbouw veegde zogezegd de vloer aan met het stelsel. Van Veldhovens opvolger en partijgenoot Van Weyenberg voelde niet de behoefte, zei hij vorige maand, om aan dat advies ‘ook maar een komma af te doen’. In zijn vorige functie als Kamerlid had hij wel raad geweten met zo’n vlammend stuk: ‘Er staat hier nogal wat.’
Nederland moet het gebrekkige toezicht bekopen met gezondheidsschade. Dat is de naargeestige boodschap. De laconieke overheid zet levens op het spel – zo leest het tussen de regels door. De commissie klaagt nog net niet aan, maar schrijft bijvoorbeeld: ‘Het is duidelijk dat het niet-naleven van wetten en regels – bewust of onbewust – tot schade aan de omgeving kan leiden. Voorbeelden hiervan komen met enige regelmaat voorbij. Ook de rol die het bevoegd gezag speelt, blijft hierbij niet onbesproken.’
Niet gespaard
Dat bevoegde gezag bestaat uit gemeente- en provinciebesturen, die nu vaak hun stempel zouden drukken op het milieutoezicht. In feite bepalen gemeenten wat de omgevingsdienst lokaal doet, stelt Van Aartsen. Aan ‘zwarte sneeuw’ bij Tata Steel of storting van ‘granuliet’ in Gelderland kan iedereen zien dat het misgaat, redeneert de commissie.
Die granulietstortingen zijn een opmerkelijk voorbeeld in het rapport. Want hiervoor droeg uitgerekend opdrachtgever Van Veldhoven de politieke verantwoordelijkheid. En ze wordt niet gespaard door Van Aartsen. Toch bleef de staatssecretaris erbij, schermend met onderzoek, dat het granuliet onschadelijk zou zijn. Hoe gemeenten zich kunnen weren tegen eigenwijze bewindslieden, laat het rapport na te vermelden.
Centralisatie
Dat er inderdaad ruimte is voor verbetering, kreeg Van Veldhoven ook al vóór het rapport-Van Aartsen officieel bevestigd. In januari van dit jaar schetste de Algemene Rekenkamer een somber beeld. Er was slechts beperkt zicht op milieucriminaliteit en -overtredingen, aldus deze cijfermeesters. ‘Een onzichtbaar probleem’, sprak de titel van het rapport voor zich. Ná de bevindingen van Van Aartsen deed de rekenkamer dit nog eens over met ‘Handhaven in het duister’. Zo lagen er binnen ruim zes maanden drie adviezen.
Centralisatie blijkt hierin een terugkerend thema. Van meer centrale informatie waarop Den Haag kan ‘sturen’, tot de verdeling van bevoegdheden. Volgens Van Aartsen is voor VTH-taken ‘relatieve onafhankelijkheid’ nodig. Dit zou onder andere betekenen dat gemeenten moeten terugtreden. Het Rijk moet volgens Van Aartsen juist wel kunnen ingrijpen. De Tweede Kamerfracties die onlangs kwamen opdagen voor het debat over de rapporten (PvdD, GroenLinks, SP, D66, ChristenUnie en VVD), leken het daar roerend mee eens.
Dit debat was op 7 september, om precies te zijn. Het kabinet werd zelfs aangespoord alvast wetgeving op te tuigen. Geef decentrale overheden minder te zeggen over omgevingsdiensten, betrek het Rijk juist meer, en let maar op: onafhankelijkheid, deskundigheid en dergelijke zullen floreren. Zo leek de consensus.
Stilte stikstof
Opvallend is dat het woord ‘stikstof’ niet één keer is gevallen tijdens die gedachtewisseling in de Kamer. Dat een nieuw kabinet nu voor ingrijpende keuzes staat op het gebied van ruimtelijke ordening, hangt niettemin al sinds de beruchte stikstofuitspraak van de Raad van State in de lucht. De commissie-Remkes onderstreepte dat nog eens.
Daags vóór het Kamerdebat onthulde NRC Handelsblad dat het kabinet overweegt honderden boeren uit te kopen. Een operatie waarvan de rekening zou kunnen oplopen tot 17 miljard euro. Een politiek besluit bovendien, dat niet los kan worden gezien van het functioneren van omgevingsdiensten. Gemeenten die via deze diensten gaan dwarsliggen bij het uitkopen, kan Den Haag vermoedelijk missen als kiespijn, om maar wat te noemen.
Precies een week na het Kamerdebat over het rapport-Van Aartsen detoneerde een nóg zwaardere bom in de media. Deze raakte zelfs de corebusiness van omgevingsdiensten. Volgens een advies van de landsadvocaat, ingezien door verschillende dagbladen, zou er een beter en sneller alternatief zijn voor uitkopen: intrekken van boerenvergunningen.
Onafhankelijkheid
Het lijkt een illusie dat zulke omstreden intrekkingen lokaal zonder morren worden afgetikt. Met sterk gecentraliseerde omgevingsdiensten zou dat er al zonniger uitzien, oftewel met omgevingsdiensten volgens het rapport-Van Aartsen. Regeren is vooruitzien, zo blijkt weer eens.
Maar, de interessante vraag of Van Aartsen echt voorkennis had en anticipeerde op de plannen die later uitlekten, is hier niet het punt. Wat dan wel? Het idee dat het Rijk betere waarborgen zou bieden voor onafhankelijke omgevingsdiensten, want hoe je het ook bekijkt, dit oogt nogal ongeloofwaardig in het licht van de vergunningenpolitiek van het kabinet.
Sinds het advies van de landsadvocaat op straat ligt, is duidelijk dat omgevingsvergunningen voor het Rijk bij uitstek een politieke kwestie zijn. Dan verdient het geen aanbeveling meer om, zoals Van Aartsen voorstelt, de minister ‘een rol’ te geven bij benoemingen van directeuren omgevingsdiensten, die over deze vergunningen gaan. En al helemaal niet om álle VTH-bevoegdheden te mandateren aan die ene ‘politieke’ directeur, zoals ook geopperd.
De Kamer heeft dringend nieuw advies nodig; onafhankelijk, deskundig, en liefst niet op politiek gekleurd briefpapier.
Geef een reactie