‘Iedere jongere moet veilig en zonder schaamte drugs kunnen gebruiken.’ De D66-boodschap voor een liberaler drugsbeleid werd deze week verguisd, maar werpt een relevante vraag op: is repressie van lachgas wel de juiste weg voor gemeenten?
Aan de praktische uitwerking van het plan zitten nog wat haken en ogen, want niet iedereen is het ermee eens. D66 is zelfs keihard aangevallen op haar drugsmanifest, dat onverstandig, naïef en op veel manieren zorgwekkend zou zijn. Twitter zegt alles – maar wat wacht er precies als dit punt van Annabel Broer vervliegt?
Vind jij net als Jonge Democraten-voorzitter @AnnabelBroer dat iedere jongere zonder schuldgevoel veilig drugs moet kunnen gebruiken?
Kies voor veiligheid en gezondheid ?https://t.co/qTaEomjiIw#ikmaakmedrug pic.twitter.com/Ffv42TpQpL
— D66 (@D66) January 20, 2020
Lachgas in gemeenten
Gemeenten kampen met lachgasgebruik onder jongeren. De aanpak bestaat in de praktijk uit het verjagen van de gebruikers in plaats van een veilige plek bieden, waar D66 toe oproept. Zeker de regeringspartijen met een ‘C’ in de naam benadrukken dat jongeren beter kunnen gaan sporten dan drugs gebruiken. Maar niet iedereen luistert daarnaar, leert de ervaring. Het beleid rond cannabis houdt hiermee rekening, om niet onnodig te ‘criminaliseren’ gelet op de extra risico’s daarvan voor (jonge) mensen.
Die vriendelijkheid lijkt voor lachgas grotendeels voorbij. Zo besloot staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid afgelopen december het gebruik van het middel strafbaar te stellen, wat een bijzondere bepaling zou opleveren in de Opiumwet. De gevaren voor de volksgezondheid zouden de doorslag geven. Gemeenten hadden eerder aangedrongen op het verbod, ook vanwege de overlast in de openbare ruimte.
Failliet softdrugsbeleid
Op de achtergrond speelt dat het huidige softdrugsbeleid in feite failliet is. Al decennia wordt het paard achter de wagen gespannen. De softdrugswinkel mag open, maar de handelswaren, hasj en wiet, mogen er via de ‘achterdeur’ niet in. Onbegrijpelijk, maar politiek zit de kwestie volledig vast. Voorstanders van verandering, waaronder D66, kregen als laatste zoethouder het wietexperiment met legale ‘staatswiet’. Dat lijkt vooral bezigheidstherapie: het opstarttraject neemt al de hele huidige kabinetsperiode in beslag.
CDA’er Dries van Agt meende het in de jaren 70 aardig voor elkaar te hebben. De decriminalisering van het bezit van softdrugs zou de eerste stap op weg naar legalisering worden. Het probleem met de bevoorrading doorzag hij meteen al, zegt hij jaren later in gesprek met NRC over het gedoogbeleid. Zijn opvolgers zouden de klus wel afmaken, veronderstelde hij. Een ‘horreur’, noemt hij achteraf de uitkomst.
Flinke ondermijningsmacht
De wettelijke status maakt nogal een verschil, bijvoorbeeld voor het ondermijningsbeeld van Nederland. Streep de illegale hennepteelt weg, en je houdt vooral nog illegale XTC-productie over. Achter beide zit een miljardenindustrie, blijkt uit onderzoek. Ze zijn onderling verweven en konden furore maken onder een liberaal drugsklimaat, wat evenwel de steun voor dat klimaat deed slinken. De professionalisering heeft ondermijnenende krachten losgemaakt die bijvoorbeeld in het openbaar bestuur worden waargenomen via beïnvloeding, corruptie, bedreiging en infiltratie.
Daarnaast zijn er de meer directe gevolgen van de grootschalige drugsproductie. In het bijzonder cannabis maar ook XTC is redelijk wijdverspreid in Nederland, met de bekende volksgezondheidsrisico’s van dien. Het gebruik ervan geldt vooral in stedelijke milieus als aanvaard. Bestuurders beklagen zich geregeld over die acceptatie, met name van de pillen die naar de letter van de wet harddrugs zijn. Iets dubbels heeft dat soms wel, bijvoorbeeld als ondertussen feesten worden toegelaten waarbij drugsgebruik tot de tradities behoort.
Lachgas boven cocaïne
In diverse gemeenten, waaronder Amsterdam, is ook cocaïnegebruik méér dan een randverschijnsel. Maar uit de cijfers blijkt: aan het bekende witte poeder hebben minder mensen geroken dan aan lachgas, wat de immense hype daarvan onder jongeren aantoont. Lachgas houdt daardoor als geen ander de gemoederen bezig momenteel. Veel gemeenten waren al voor de aangekondigde strafbaarstelling volledig klaar met het spul en hebben het gebruik ervan lokaal verboden.
Op zich is dit een verklaarbare reactie van bestuurders die overlast willen aanpakken. Maar de verbijsterend snelle opmars van lachgas vraagt ook om meer inzicht. Vanuit de belangrijke rol van gemeenten voor de jeugd, zou je willen begrijpen wat er gaande is. Helaas lijkt het zicht op verslavingsproblematiek al achteruit te hollen sinds de Jeugdwet. Observeer en probeer contact te maken met zo’n overvliegende ballon. Waarom hangen deze jonge bewoners aan dat gas?
Na het alcoholverbod
Dat lachgas in 2016 verhuisde van de Geneesmiddelenwet naar de Warenwet, heeft de hype vleugels gegeven. Opvallend is ook dat de jeugd zich tot 2014 bij de biertap kon aansluiten. Het gebruik van lachgas is daarna omhooggeschoten. Is hier alleen sprake van een correlatie of kijken we naar causaliteit? Het ligt voor de hand dat het alcoholverbod een soort geestverruimende zoektocht op gang heeft gebracht. En het lijkt erop dat sommigen naast lachgas daarbij ook de handelsgeest hebben geïnhaleerd.
De populariteit van middelen valt meestal wel te duiden. Zo komt het de jaren 10-jongeren met de ‘NIX’-instructie goed uit dat hun gas niks achterlaat: geen geur vooral, maar überhaupt weinig, het is een vluchtige roes zonder sporen. Behalve dan de troep en schade aan het milieu – voze overblijfselen van hun vertier, de schaamte voelen ze misschien als ze daarnaar kijken. Tip: ruim je rotzooi op.
Opiaten-crisis
Zo was het ook geen toeval dat dit serpent de wal opkroop in de Verenigde Staten: de ‘opiaten-crisis’ die honderdduizenden levens heeft geëist. Het begon allemaal met overmatig voorschrijven van pijnstillers door artsen, maar inmiddels komen veel van de gesynthetiseerde opiaten zoals fentanyl uit China. Ze richten de schade aan van een chemische aanval. China zegt al het mogelijke er tegen te ondernemen, wat niet per se een geruststelling inhoudt.
Ondertussen strooien producenten uit dat land hun poeders en pillen al net zo vrolijk over Europa uit, inclusief Nederland. Deze ‘designerdrugs’ zijn vrij verhandelbaar, want het zijn nieuwe substanties die nog niet voorkomen op de opiumlijst. Of die te obscuur zijn daarvoor, zoals aanvankelijk het herontdekte lachgas in Nederland, dat inderdaad grotendeels van Chinese makelij zou zijn.
De opiaten die dood en verderf zaaien in de VS liggen hier niet voor het grijpen, maar toch. Het bestaande legale aanbod via internet zou zomaar al meer risico kunnen opleveren dan lachgas. Vanaf 18 jaar ligt dit officieel binnen handbereik, maar een vinkje online is snel geplaatst. Met name voor de groep onder de 18 waarop het nieuwe beleid is losgelaten, zou het onverantwoord zijn om met weer strengere normen tot nog groter risico aan te zetten. Zeker zolang de naleving van het alcoholverbod nog sterk te wensen overlaat en de experimenteerdrang zo evident is.
Valkuil van repressie
Misschien is ‘NIX onder de 18’ al wat hoog gegrepen, gelet op het baanbrekende werk dat voorgaande generaties hebben verricht. Of zullen jongeren na het volgende verbod echt nooit meer iets schadelijks aanraken? Dat lijkt een illusie, en de valkuil van repressie.
Dus, voor we onze jeugd als proefkonijn blootstellen aan nieuwe experimenten, moeten we misschien tóch een keer luisteren naar het verhaal over jongeren en lachgas van D66. Als dat er is.
Geef een reactie