Gemeenten blijven bij het aanpakken van topinkomens in de zorg via aanbestedingen, ondanks juridische bezwaren hiertegen. Dat blijkt uit navraag van wet- en regelgevingkrant SC.
De Commissie van Aanbestedingsexperts maakte in een recent gepubliceerd advies korte metten het beteugelen van topinkomens via aanbestedingen. De gemeente Rotterdam hield zich in die casus als opdrachtgever het recht voor om vergoedingen te korten naar rato van het bedrag dat salarissen méér bedragen dan de normen van de Wet normering topinkomens (WNT).
“Onvoldoende verband”
De commissie – een buitengerechtelijke bemiddelaar, ingesteld door de minister van Economische Zaken – stelt dat deze bepaling “onvoldoende verband houdt met het voorwerp van de opdracht”. Zij meent dat een duurbetaalde bestuurder “juist een positief effect op de kwaliteit van de uitvoering van de opdracht door de zorgaanbieder zou kunnen hebben”. De instelling die zich beklaagde, werd hiermee in het gelijk gesteld.
Rotterdam wil desondanks niet wijken. De gemeente vordert dit jaar ruim 37.000 euro terug voor overschrijdingen van de WNT-norm, en volhardt daarin. “De gemeente ziet in het advies van de commissie, dat niet bindend van aard is, geen aanleiding om het beleid aan te passen,” zegt een woordvoerder. “Ons beleid is dat geld voor de zorg moet worden besteed aan zorg en niet aan topinkomens.”
Voet bij stuk
Ook andere gemeenten die de contractbepaling hanteren, houden vooralsnog voet bij stuk. Lopende contracten in Utrecht en Zeeland worden in ieder geval niet gewijzigd, laten inkoopinstellingen daar weten. Anders dan in Rotterdam hebben zij tot dusver niet daadwerkelijk te maken met overschrijdingen van de norm.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten ondersteunt het beleid van de leden desgevraagd niet. De koepel ziet het opnemen van contractbepalingen voor het terugvorderen van topsalarissen als een “moreel appel” dat bij de rechter vermoedelijk geen stand houdt.
Geef een reactie