Woensdag en donderdag is de nieuwe Aanbestedingswet behandeld in de Tweede Kamer. De meningen verschillen. Veel blijft onduidelijk.
Eerste de kritiek van NEVI, beroepsnetwerk voor inkoop- en aanbestedingsspecialisten. Voorzitters Ton Trommelen en Jan Telgen stuurden een brief aan de Tweede Kamer om te vragen geen voorrang te geven aan de nieuwe wet. “De behandeling van de wet is achterhaald”, stellen zij. Er komen nieuwe Europese richtlijnen voor de aanbestedingspraktijk aan. Die zullen “wezenlijk verschillen” van de nationale wet.
Het probleem? Dan moet er binnen een jaar of twee weer een nieuwe aanbestedingswet komen. Dat zorgt dan voor dubbele invoerlasten bij overheden en bedrijven. Ook belangrijk: die Europese richtlijnen zijn “verfrissend” en een duidelijke verbetering ten opzichte van de huidige regels.
In Nederland heeft het lang geduurd alvorens de nieuwe aanbestedingswet ter wereld kwam. Dat is nog steeds niet gelukt. Nu, tijdens het Uur U, worden er veel extra wijzigingen gevraagd door de Kamer. Laten we eerst maar de nieuwe richtlijnen invoeren, is het advies van NEVI (PDF). Dat moet volgens het netwerk de voorkeur hebben.
“NEVI is niet tegen het nu aannemen van de Aanbestedingswet, maar kan zich ook voorstellen dat vol wordt ingezet op spoedige implementatie van de EU voorstellen”, schrijven de voorzitters.
Ondernemers
Een belangrijk voordeel van de nieuwe wet zou de grotere kans voor middelgrote- en kleine bedrijven moeten zijn om het werk gegund te krijgen. Belangenverenigingen als MKB Nederland en VNO-NCW kunnen om die reden ook nauwelijks wachten op de wet. Ondertussen willen VVD, CDA, SP D66 en ChristenUnie dat minister Maxime Verhagen van Economische Zaken nog meer doet om de kleinere ondernemers door de wet meer kansen te geven.
Proportionaliteit is wat dit betreft een van de twee sleutelwoorden. Momenteel gebeurt het nog vaak dat van een bedrijf met plannen voor de bouw van een school wordt gevraagd al drie keer eerder een school te hebben gebouwd. Verschillende Kamerleden hebben gevraagd dit onmogelijk te maken. Verder zou de economisch meest voordelige inschrijving de meer kans moeten maken.
Toch is de omzeteis een heter hangijzer. De VVD, PVV en SP willen deze eis laten verdwijnen uit de wet. Momenteel wordt door aanbieders aan bedrijven gevraagd om een redelijk forse omzet. Als een bedrijf dit resultaat niet haalt, wordt de klus niet aan hem gegund. Daar willen deze partijen dus vanaf. Mocht er nog een partij zijn die het voorstel ondersteunt, dan heeft het een meerderheid in de Kamer.
Clusteren
Wat duidelijk is: minister Verhagen gaat werken aan een beperking van het clusteren van opdrachten. Daar is volgens de nieuwe wet alleen bij uitzondering mogelijk. Maar hoe moet het dan met raamcontracten? Dat moet nog worden bekeken. En de inkoopcentrales dan? “Die kunnen blijven bestaan”, zei Verhagen tijdens het debat in de Kamer. “Centraal inkopen biedt veel schaalvoordelen, via percelen kunnen kleinere ondernemers ook in aanmerking komen voor opdrachten.”
Thema: inkoop en aanbesteden >>
Kennislink:
De kennisbank Inkoop & Aanbesteden >> |
---|
Henri Mors says
Helemaal eens met de NEVI. Het grote probleem bij aanbestedingen is dat opdrachtgevers vaak op advies van externe adviseurs alle mogelijke risico’s willen uitsluiten door (extreem) hoge eisen te stellen aan omzet en referenties.
In Den Haag en bij de externe adviseurs is langzamerhand de gedachte ontstaan dat het verplicht is die eisen te stellen. Niets is minder waar! Je mag eisen stellen als die relevant zijn. Een professionele inkoper zal altijd de juiste proportionaliteit bij de opdracht betrachten.
Het professionaliseren van de inkopers in dienst van aanbestedende diensten moet het doel zijn. Met het nog meer stellen van regeltjes drijven we aanbestedende diensten nog verder in de fuik van de externe adviseurs.
Met andere woorden, de nieuwe aanbestedingswet werkt juist contraproductief. Niet aannemen dus.
Henri Mors