Door het privaat te laten beheren van de gehele publieke ruimte is voor gemeenten op drie manieren winst te halen, volgens de visie. “Wij investeren ook weer in het circulair maken van een wijk, wat een van de redenen is dat we niet alleen voor de prijs gaan.”
Smart cities. Een circulaire economie. De participatiemaatschappij. Social return. Samen met een groep gemeenten in de regio Zuid-West Nederland wil programmamanager Freek Huijsmans en zijn collega’s deze almaar vaker gehoorde termen in de praktijk brengen. En dat in samenhang met elkaar.
Huijsmans werkt voor M.J. Oomen Groep, een dochterbedrijf van bouwer VolkerWessels, maar leerde een kant van het vak al kennen bij de afdeling Infra van de gemeente Loon op Zand. Het adagium meer met minder was hem toen al bekend. De vraag was: hoe?
Het antwoord: door de hoe-vraag te laten beantwoorden door een private onderneming die alle taken in de buitenruimte kan uitvoeren. Ten minste, dat stellen Huijsmans en directeur Peter van der Wee van het bedrijf dat in de startblokken staat om dit soort klussen aan te pakken. Het dochterbedrijf zal dan vooral met water aan de gang gaan; zusterbedrijven onder de VolkerWessels-paraplu hebben andere specialisaties.
Nu nog het vertrouwen van gemeenten krijgen om het werk te mogen doen.
Aanbestedingen
“Vertrouwen is het sleutelwoord momenteel”, zegt directeur Van der Wee. Na jarenlang te bieden op aanbestedingen waar de laagste prijs het leidende principe was – en eventueel, later meerwerk voor onvrede zorgde – kan het vertrouwen in aannemers wel een duw in de rug gebruiken. Eén van de manieren om hieraan te werken is de samenwerking met gemeenten tijdens het bouwen aan een visie voor de toekomst.
“We wilden het Ei van Columbus met elkaar leggen”, vult Huijsmans aan. Dat Ei moet nu op vele terreinen waarde creëren. Door meerjarige contracten zal het volgens Van der Wee bijvoorbeeld meer dan ooit mogelijk zijn om het bekritiseerde principe van social return echt handen en voeten te geven.
“Simpelweg 5 procent van je mensen laten passen in dit principe leidt niet tot de structurele inzet van mensen. Wij geven ze graag een structurele plaats op de arbeidsmarkt.”
Nieuwe taken
De transities zijn deel van de fysieke ruimte, gaat Huijsmans verder. Én van de bezuinigingsopgave. Daarom wil hij een surplus van de winst op het werk investeren in de wijken die dat nodig hebben.
Lastige drempels of paaltjes voor bewoners die slecht ter been zijn? Die worden van dat budget verwijderd. Geen bankjes? Als ze burenhulp kunnen bevorderen, dan worden ze neergezet. “Zo moet de wijk faciliteren dat mensen langer in hun eigen wijk blijven wonen en de sociale cohesie sterker wordt.”
De nodige winst is onder meer te vinden door verschillende werkzaamheden, inspecties en aanbestedingen te bundelen. “We gaan eerste besparen om daarna te kunnen investeren”, zegt Van der Wee.
“In onze visie kan je besparen op allerlei processen”, vult collega Huijsmans aan. “Het helpt ook mee om ruimte voor experimenten te hebben. Dat geeft een enorme stimulans om het telkens weer beter te doen.”
Lean
Telkens beter werk leveren? Dat lijkt wel Lean-management. Voor Paul van Tuil, hoofd van de afdeling Openbare Werken in de gemeente Schouwen-Duiveland viel de zoektocht van de aannemers samen met de uitdaging op een Lean-manier te gaan werken. Door het uitbesteden van werk aan Van der Wee en consorten waren de contacten al gelegd. Waarom niet kijken of je kunt leren van elkaar?
“Het sloot mooi aan”, verklaart Van Tuil de reden om mee te denken over de nieuwe visie op publiek-private samenwerking. “Van twee kanten is gekeken naar de markt, een terugtrekkende overheid en een verkokerde, verzuilde infrasector. Vanuit het idee dat prestatie-inkoop steeds meer nodig wordt, zijn we gaan kijken wat de mogelijkheden zijn.”
Binnen de afdeling Openbare Werken zag men een vervangingspiek opdoemen in de riolering. Het was nodig om dat proces te versnellen, aldus het hoofd van de afdeling. “Traditioneel werd bij een noodzakelijke vervanging van riolering eerst een bestek geschreven, waarna het ongeveer een jaar duurde voordat de buizen vervangen waren. Wij vinden ook niet dat je op de spijker hoeft te weten wat er gedaan wordt.”
Burger als klant
Het in het proces naar voren schuiven van de aannemer bleek te helpen. Dit weer “vanuit de gedachte dat niet de gemeente maar de burger zijn klant is”. Ook het bredere verhaal heeft de interesse, maar dat moet nog landen in de gemeente. Om social return structureel te maken, spreekt hoe dan ook tot de verbeelding.
“Dit moet je echt borgen”, zegt Van Tuil. “Nu wordt dat vaak in deel drie van het bestek afgedwongen. Als een project van een paar maanden ten einde loopt, zijn mensen vaak weer terug bij af.”
Op het eiland Schouwen-Duiveland wordt nagedacht aan de pilots van het nieuwe business model mee te doen, maar dat is het vooralsnog. De samenwerking om het model te bedenken is in ieder geval leerzaam geweest. De kern van het verhaal is toch wel dat de overheid op zoek is naar een betrouwbare partner en meer in de regie wil kruipen. Verder wordt de circulaire economie als onderlegger hier gedragen door de strategische visie over een duurzame ontwikkeling van het eiland.”
Circulaire economie
Programmamanager Huijsmans ziet interesse in zijn model, maar in hoeverre is dit nu eigenlijk een unieke kijk op de zaak?
“Dat is altijd lastig om te zeggen. Toch maakt de bredere visie ons zeker onderscheidend. Wij investeren ook weer in het circulair maken van een wijk, wat een van de redenen is dat we niet alleen voor de prijs gaan. En die economie is binnen een paar jaar een feit.”
Eerder verschenen:
Geef een reactie