Het vaak geprezen social return bij inkopen door gemeenten leidt in de praktijk juist tot een carrousel van werklozen, is de scherpe kritiek. “Het leidt tot een carrousel van werklozen die elkaar voortdurend vervangen.”
De criticaster in kwestie is Will Tinnemans, schrijver van het boek De kwetsbaren, dat over de onderkant van de arbeidsmarkt gaat. “Social return heeft nul effect op de werkgelegenheid”, zegt Tinnemans tegen Mug Magazine. “Het leidt tot een carrousel van werklozen die elkaar voortdurend vervangen.”
De schrijver ziet het somber in. Die 125.000 banen die staatssecretaris Jetta Klijnsma belooft met het sociaal akkoord voor de onderkant van de arbeidsmarkt? Die komen er niet. Het banenplan van 600 miljoen uit de koker van minister Lodewijk Asscher? Dat is bedoeld om kiezers tevreden te stellen. Tinnemans ziet maar twee manieren om laaggeschoolden aan het werk te helpen: meer geld voor die zogenoemde onderkant van de arbeidsmarkt en arbeidstijdverkorting.
Social return?
Steeds meer gemeenten kiezen voor social return bij hun inkopen en vaak gaat dit gepaard met persberichten vol lovende woorden over die keuze. Tinnemans ziet het anders. Dit leidt juist tot een carrousel van werklozen die elkaar voortdurend vervangen. “Als je erop springt, wordt iemand anders er af geduwd”, ziet de schrijver van het boek gebeuren. “Vaak gaat dat om een oudere en ervaren werknemer.”
Social return is zelfs een uitnodiging tot een race to the bottom, is de conclusie. Gemeenten moeten bij aanbestedingen om het geld denken. Dan valt de keuze niet meteen op sociale en relatief dure ondernemingen die met arbeidsgehandicapten werken. Dit zorgt dan weer voor een verslechtering van de arbeidspositie van die gehandicapten. Wel voor die prijziger onderneming kiezen, geeft rust en stabiliteit. “Je voorkomt ontevredenheid”, zegt Tinnemans over die keuze waar dus meer geld voor nodig is.
Arbeidstijdverkorting
Hoe krijg je die mensen dan wel aan de bak? Structurele arbeidstijdverkorting, is het antwoord. Laat mensen ongeveer twintig uur per week voor een basisinkomen werken, is het advies.
M. Dries says
Maatschappelijke rendement kan ook zonder perverse effecten.
In bovenstaand artikel staat: ?Gemeenten moeten bij aanbestedingen om het geld denken.? Dat is slechts ten dele waar. De wet zegt namelijk ook: ?De aanbestedende dienst of het speciale sectorbedrijf draagt zorg voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen bij het aangaan van een schriftelijke overeenkomst? (artikel 1.4. Lid 2 AW). Met andere woorden, een gemeente mag niet alleen maar gaan voor de laagste prijs, maar moet er ook rekening mee houden dat er maatschappelijke waarde gecreëerd wordt. Precies waar Social Return voor bedacht is.
Het klopt wel dat het soms passen en meten is om in de overeenkomst tussen bedrijfsleven en gemeente ruimte te vinden voor een stage-, ervarings- of arbeidsplaats. Maar met een beetje creativiteit is daar vaak een oplossing voor te vinden. En ook buiten arbeid kan er maatschappelijke waarde gecreëerd worden. Denk bijvoorbeeld aan een accountantsbureau dat naast zijn opdracht bij de gemeente advies geeft aan een plaatselijke stichting.
Het creëren van arbeidsplaatsen voor de onderkant van de arbeidsmarkt is niet makkelijk. Het bestempelen van een instrument als Social Return als schadelijk, draagt hier echter niets aan bij.
(schrijfster is Adviseur bij PSI Het inkoopadviesbureau voor de publieke sector en heeft het concept Maatschappelijke Waardering ontwikkeld)
kawm Verkerk says
Het lijkt wel schietcarrousel van blikken eenden op de kermis. Meer gedeukt en beschadigd duiken ze weer op.
GJM Boekenoogen says
Ik ben het er mee eens dat Social Return de onderkant van de arbeidsmarkt schaadt. De oplossing zoals Wil Tinnemans stelt (in zee gaan met sociale en relatief dure ondernemingen die met arbeidsgehandicapten werken) heeft echter ook weer schaduwkanten. Van een bevriende Marokkaanse ondernemer in de schoonmaakbranche begreep ik dat hij heel veel moeite heeft met de continuïteit van zijn onderneming omdat het hem onvoldoende lukt bij (her-)aanbestedingen aan alle voorwaarden te voldoen. Hij heeft een 20-tal schoonmakers in dienst die goed werk leveren tegen een zeer schappelijke prijs en hij voldoet aan alle voorwaarden op het gebied van de CAO en ARBO. Dit is echter niet voldoende om een aanbesteding te winnen. Hier moet hij pagina’s vragen invullen en aangeven hoeveel mensen met een achterstand hij aan het werk helpt. Hij helpt echter niemand met een achterstand aan het werk. Al zijn medewerkers zijn goed gekwalificeerd en trots op hun werk. Ze hebben geen achterstand totdat zijn bedrijf omvalt en ze werkeloos worden. Dan pas hebben ze een achterstand. De ondernemer moet opnieuw beginnen en zijn ex-medewerkers moeten hopen dat ze een sticker opgeplakt krijgen zodat ze hun handje kunnen gaan ophouden bij sociale en duurzame ondernemers om hen weer aan een baan te helpen.