Wanneer moeten aanbestedingen verplicht openbaar worden aangekondigd met het oog op eventuele interesse uit het buitenland? Een aankomend arrest van de Hoge Raad dreigt nadelig uit te pakken voor gemeenten.
Lokale overheden omzeilen vaak het liefst de Europeesrechtelijke verplichtingen die óók op opdrachten beneden de Europese drempelwaarden van toepassing kunnen zijn. ‘De aanbestedingsbeginselen zijn van toepassing als er sprake is van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Lokaal aanbesteden wordt dan lastiger,’ zegt promovendus Willem Janssen van het Public Procurement Research Centre (PPRC) van de Universiteit Utrecht.
Kansen bieden
Dat gaat regelrecht in tegen de wens van veel overheden om lokale ondernemers onder de Europese drempels kansen te bieden. De zaak die roet in het eten dreigt te gooien, speelt tussen Eindhoven en reclamebedrijf JCDecaux. Advocaat-generaal Ton Hartlief bracht daarover onlangs zijn conclusie (advies) uit. ‘Hij stelt daarin vast dat een gemeente aan drie criteria moet toetsen: de economische waarde, de plaats van uitvoering en de technische specificaties van de opdracht.’
Eindhoven gunde opdrachten onderhands en JCDecaux betoogde dat, op grond van mogelijke belangstelling vanuit het buitenland, dit niet had gemogen. Aanvankelijk kreeg de gemeente gelijk van het hof in Den Bosch, maar het bedrijf ging in cassatie. Eindhoven en het hof meenden dat, aanvullend op de genoemde drie criteria, er ‘er voldoende concrete feiten en omstandigheden zouden moeten zijn, die aannemelijk maken dat er daadwerkelijke interesse vanuit het buitenland zou zijn’.
Flinke discussie
‘Dat argument komt niet uit de lucht vallen, maar is het gevolg van het zogeheten Tecnoedi-arrest uit 2016,’ legt Janssen uit. ‘Daarin leek een extra criterium toegevoegd te worden door het Europees Hof van Justitie, wat tot flinke discussie heeft geleid. De drempel om te spreken van een grensoverschrijdend geval leek daardoor hoger te zijn geworden. Gemeenten zouden dan meer ruimte hebben voor lokaal beleid, wanneer buitenlandse interesse ontbrak.’
Die versoepeling dreigt nu dus weer te verdwijnen. Als de Hoge Raad de conclusie van de A-G volgt, wat vrij gebruikelijk is, zouden de lasten voor aanbestedende diensten daarmee weer kunnen toenemen. Een extra aanwijzing dat dit zo zal uitpakken, is dat een vergelijkbare casus door het hof in Den Haag al op dezelfde wijze is beslecht.
Geef een reactie