Vier op de vijf ambtenaren vinden dat ze over voldoende digitale vaardigheden beschikken en veel van hen laten zich dan ook niet bijscholen. En hoewel bijna alle ambtenaren de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) kennen, gaat slechts de helft anders om met vertrouwelijke gegevens.
In hoeverre zijn ambtenaren toegerust op de eisen die digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven vraagt, en op de digitale transformatie van beleidsvorming? Publiek Denken deed met behulp van Overheid in Nederland onderzoek naar digivaardigheid in het openbaar bestuur en vroeg 577 ambtenaren naar hun mening.
Vertrouwen in eigen kunnen
Volgens het onderzoek hebben ambtenaren veel vertrouwen in hun eigen digitale kunnen: met de stelling of ze over voldoende vaardigheden beschikken, is 35 procent het eens en 46 procent het zelfs ‘zeer eens’. Een kleine groep ambtenaren (14 procent) geeft aan dat ze onvoldoende beschikken over die vaardigheden. Daarbij geven sommige ambtenaren aan dat het altijd beter kan. Ze kennen bijvoorbeeld de basis van een systeem of applicatie wel en weten dat er meer mogelijk is, maar hebben nog niet de tijd of kans gehad zich daarin te verdiepen.
Van de groep ondervraagden heeft 67 procent geen bij- of nascholing genoten. Zij ‘freubelen thuis met nieuwe dingen’ en leren zichzelf bijvoorbeeld nieuwe software te gebruiken, aldus de onderzoekers.
Algemene verordening gegevensbescherming
Ook vroegen de onderzoekers naar de bekendheid van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de eisen die daardoor aan de verwerking van persoonsgegevens worden gesteld. Een groot deel van de ambtenaren, 85 procent, is bekend met de Avg. Twee op drie respondenten hebben instructies van de werkgever gehad over hoe met privacy om te gaan.
Op de vraag of werkgevers ook de kennis over de gevolgen van onveilige opslag van gegevens heeft vergroot, komt niet helemaal een eenduidig antwoord. Van de ondervraagden geeft 16 procent aan dat dit ruim voldoende is gebeurd, 27 procent antwoordt met ‘voldoende’, 36 procent antwoordt met ‘enigszins’ en 19 procent geeft aan dat dit niet of nauwelijks het geval is.
Gaan ambtenaren ook anders om met vertrouwelijke informatie in vergelijking met vroeger? De helft wel, maar veertig procent heeft zijn werkwijze niet veranderd. Een kanttekening is op zijn plek: een aantal ambtenaren uit die laatste groep geeft aan dat ze altijd al zorgvuldig en voorzichtig te werk gingen. Ook geeft men aan zich bewust te zijn van de nieuwe eisen, maar is bezig om zaken anders in te richten en aan te passen aan de nieuwe situatie.
dirk says
Arme burgers van Nederland: 67% van de ambtenaren ‘freubelen thuis met nieuwe dingen’ en leren zichzelf bijvoorbeeld nieuwe software te gebruiken, aldus de onderzoekers. Mede daarom ben ik heel benieuwd naar de hoorzitting Politie ICT deze week in de kamer.