Minister Stef Blok van Wonen is niet blij met de verschillende tarieven die gemeenten rekenen voor een vergunning om een woning tijdelijk te verhuren.
De minister is verbaasd over de uiteenlopende kosten en gaat met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om de tafel, zei hij in de Tweede Kamer. ”Ik zal met de VNG gaan overleggen. Niet omdat ik de positie heb om ze ergens toe te dwingen, maar wel omdat ik de verbazing over de grote verschillen deel en die onwenselijk vind”, stelt Blok.
Hij vindt het vervelend dat het in sommige plaatsen duur is om een verhuurvergunning te krijgen, omdat daardoor onnodig woningen leeg blijven staan. VVD-Kamerlid Barbara Visser zwengelde de kwestie aan. Ze zei eerder dat Almere 350 euro rekent voor een vergunning en Rotterdam niets. Sommige gemeenten zouden de vergunningen gebruiken als een soort financiële melkkoe.
Een voorstel van Visser om de verplichte vergunning helemaal af te schaffen en te veranderen in een meldplicht, viel bij Blok niet in goede aarde. Ook over het plan om de vergunning elke 5 jaar te toetsen in plaats van om het jaar, was Blok niet te spreken.
Hij vreest dat het door dit soort veranderingen voor banken lastiger wordt om mee te werken aan de tijdelijke verhuur. ”En alles wat het moeilijker maakt, ontraad ik’’, aldus de minister.
Lasten
Doordat de woningmarkt op slot zit blijven veel woningeigenaren na een verhuizing met hun oude huis zitten. In 2011 waren er ongeveer 9000 woningbezitters met twee huizen en dus dubbele lasten. Om de leegstaande woning te kunnen verhuren moet een vergunning bij de gemeente worden aangevraagd.
De zogeheten Leegstandswet moet het makkelijker maken om leegstaande woningen tijdelijk te verhuren. De Tweede Kamer stemt dinsdag over de wet en de voorstellen die in het debat zijn gedaan.
Geef een reactie