De gemeentelijke woonlasten stijgen volgend jaar licht, met gemiddeld vijf euro. Voor het tweede jaar op rij is de gemiddelde verhoging van de onroerendezaakbelasting (ozb) onder het afgesproken maximum gebleven. De ozb stijgt in 2018 met gemiddeld 1,7 procent, komt uit de jaarlijkse steekproef in 104 gemeenten van Vereniging Eigen Huis.
Gemiddeld blijft de ozb-stijging onder het afgesproken maximum van 3,1 procent. Maar in een kwart van de onderzochte gemeenten stijgt de belasting op de eigen woning met meer dan 3 procent. In drie gemeenten (Haren, Cuyk en Grave) met meer dan 10 procent. Daar tegenover gaat de ozb in 22 van de onderzochte gemeenten volgend jaar omlaag. In de gemeente Boekel daalt de ozb het meest, van 407 naar 370 euro, in Nijkerk en Weert gaat de ozb 6 procent omlaag. Gemiddeld betalen huiseigenaren komend jaar 285 euro aan ozb. In 2017 was dat 280 euro.
Gemeentelijke woonlasten
De totale gemeentelijke woonlasten stijgen gemiddeld vijf euro, van 734 naar 739 euro. De rioolheffing is met gemiddeld 213 euro vrijwel gelijk aan 2017, maar ook hier enkele uitschieters. Zo verhogen de gemeente Stein en Langedijk deze heffing met ongeveer 12 procent. De gemeenten Cuijk en Grave verlagen dezelfde lasten met ruim 15 procent. Ook de afvalstoffenheffing wijzigt volgend jaar nauwelijks, gemiddeld betaalt een huishouden 241 euro. Uitzonderingen zijn de gemeenten Simpelveld en Gulpen-Wittem waar de heffing met ruim 10 procent stijgt.
Geef een reactie