De Advocaat-Generaal van de Hoge Raad heeft zich gebogen over een betwiste heffing. “De hondenbelasting is een gemeentelijke algemene belasting ten behoeve van de verwerving van inkomsten door gemeenten.”
Hondenbelasting is niet in strijd met gelijkheidsbeginsel, reageert de Advocaat-Generaal op een zaak van de gemeente Sittard-Geleen. Een zaak die werd verloren door de gemeente. De advocaat adviseert de Hoge Raad om de uitspraak van het Gerechtshof in Den Bosch, die een hondenbezitter in Sittard-Geleen gelijk gaf, te vernietigen.
“De hondenbelasting is een gemeentelijke algemene belasting ten behoeve van de verwerving van inkomsten door gemeenten”, is het advies. De heffing daarvan wordt volgens de A-G niet beperkt door de eis dat deze moet dienen ter dekking van specifieke doelgebonden kosten. De A-G meent dat de hondenbelasting thans is geworden tot een algemene bron van gemeentelijke inkomsten, zonder relatie met bepaalde gemeentelijke kosten verbonden aan het houden van honden.”
Een hondenbelasting van 55 euro is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel, stelt de adviseur van de Hoge Raad. “De conclusie strekt ertoe dat het principale beroep in cassatie van B&W inzake de hondenbelasting gegrond dient te worden verklaard.”
henkdonkers says
Ik blijf het onbegrijpelijk vinden. Een kostendekkend tarief is redelijk maar de opbrengst blijkt veel hoger te zijn. Wat is in hemelsnaam de rechtvaardiging om mensen met een hond meer te laten bijdragen aan de algemene middelen van de gemeente dan mensen zonder hond. Als dat geen discriminatie is dan kunne we net zo goed mensen met rood haar ook extra aanslaan. Dat is dan geen discriminatie want er is immers wel degelijk verschil (het rode haar). Iedereen zou die redernatie onzinnig vinden maar bij hondenbezitters wordt het wel toegepast.
De centrale vraag is: Is er een rechtvaardiging om hondenbezitters hoger aan te slaan voor algemene dekkingsmiddelen. Het antwoord kan natuurlijk niet anders zijn dan: Nee, die reden is er niet.
adgerrits says
‘Het lijkt de A-G dat dit zich wellicht zou kunnen voordoen als het tarief van een gemeentelijke hondenbelasting zo buitensporig hoog is dat elk redelijk verband met de door hondenbezit opgeroepen gemeentelijke voorzieningen ver te zoeken is. Maar dan zou het, naar de A-G meent, moeten gaan om minstens vele honderden euro?s per hond en zeker niet om de onderhavige aanslag ten bedrage van ? 55,44.’
Om het overheidstekort terug te dringen stel ik voor om een belasting van 50 euro in te voeren op het bezit van een rollator, het dragen van een hoofddeksel en het bezitten van een tuin. Daar kan redelijkerwijs toch niemand op tegen zijn?