Lokale heffingen maken voorzieningen in het belang van de gemeente mogelijk. De vraag is: “Welke heffingen hebben we hier niet ingevoerd en waarom?”
Column
– Peter van den Bosch
Met deze bijdrage wil ik aangeven dat ook de lokale belastingen een belangrijke rol spelen bij de begroting. Niet als sluitstuk van de discussie als een onontkoombaar vervelend gevolg van het feit dat we de begroting niet sluitend krijgen. Maar als een mogelijkheid om voorzieningen te realiseren in het belang van de gemeente. Belastingheffing als instrument om wensen te realiseren!
Veel burgers en bedrijven, maar ook veel gemeentebestuurders zien lokale belastingen als iets vervelends, een noodzakelijk kwaad. Dat is het niet, lokale belastingen vormen een essentieel onderdeel van de lokale democratie! De inwoners van een gemeente kiezen hun gemeentebestuur en dragen hen op het algemeen belang van de gemeente met zijn inwoners en bedrijven, te behartigen. Dat kost geld.
Het gemeentebestuur heeft de opdracht het geld op de beste wijze te besteden.
Het Rijk
Het overgrote deel van het geld (ongeveer 54 procent) is afkomstig van het Rijk in de vorm van algemene en specifieke uitkeringen. Ongeveer 29,5 procent is afkomstig uit subsidies en overige inkomsten en slechts 16,5 procent uit de heffing van gemeentelijke belastingen. Met name op het terrein van de lokale belastingen kan het gemeentebestuur invloed uitoefenen.
Lokale belastingen, een bestuurlijke keuze.
Zoals hiervoor aangegeven is slechts 16 – 17 procent van de gemeentelijke inkomsten afkomstig uit eigen belastingen. De totale opbrengst van deze gemeentelijke belastingen bedraagt ongeveer €8,6 miljard (begroting 2013). Dit is ongeveer 3,4 procent van alle belastingen die in Nederland worden geheven.
De omvang van het gemeentelijk belastinggebied is relatief klein. Zeker gezien het feit dat ongeveer 25 procent van alle overheidsuitgaven via de gemeenten loopt. Het is aan de gemeenteraad om te bepalen welke lokale belastingen worden geheven en wat de gewenste opbrengst is.
Het is ook aan de gemeenteraad om de afweging te maken welke uitgaven men wil doen en, als de financiering daarvan niet uit andere bronnen afkomstig is, of men deze kosten wil dekken uit gemeentelijke belastingen.
Welke lokale belastingen?
Om te beginnen is er de keus welke belastingen de gemeente wil heffen. Deze keus is niet volledig vrij. Alleen de belastingen die in de wet zijn genoemd kunnen door gemeenten worden geheven. Dit wordt ook wel een gesloten belastingstelsel genoemd.
De keuzevrijheid wordt ook beperkt doordat gemeenten een aantal taken uitvoeren en dus kosten maken die uitsluitend uit de heffing van lokale belastingen kunnen worden gedekt. Denk aan afvalinzameling, rioleringszorg, vergunningverlening, etc. Ook taken van de gemeente op het gebied van wegen, infrastructuur, groenbeheer, parkeervoorzieningen, e.d. worden nagenoeg geheel betaald uit lokale belasting opbrengsten.
De belangrijkste lokale belastingen zijn: de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, toeristenbelasting en leges.
Wat valt er te kiezen?
Bij de keuze voor lokale belastingen als dekking voor de uitgaven, kunnen vanuit bestuurlijk oogpunt een aantal criteria worden gehanteerd:
- Wil ik de kosten zoveel mogelijk laten dragen door degene die de kosten veroorzaakt? Bijvoorbeeld inzamelen huishoudelijk afval
- Wil ik de kosten zoveel mogelijk laten dragen door degene die het meest profiteert van de voorziening? Bijvoorbeeld kosten rioleringszorg, of vergunningverlening
- Hoe kan ik de belastingdruk zo eerlijk mogelijk verdelen? Bijvoorbeeld over burgers en bedrijven, eigenaren of gebruikers van onroerende zaken, eigen inwoners of toeristen.
Er zijn dus keuzemogelijkheden. De eerste vraag die bestuurlijk gesteld zou kunnen worden is: Welke heffingen hebben we niet ingevoerd in onze gemeente en waarom? Veel vergeten heffingen zijn de vermakelijkhedenretributie en de precariobelasting op kabels en leidingen.
De volgende vraag zou kunnen zijn: Worden alle kosten verhaald op degenen die profijt hebben van deze voorzieningen, of die de kosten veroorzaken? Is deze kostentoerekening onderzocht en doorstaat deze de toets van de belastingrechter?
Nog een belangrijke vraag: Kunnen onze belastingverordeningen worden aangepast om de uitvoerbaarheid eenvoudiger en dus goedkoper te maken?
Gratis whitepaper:
Geef een reactie