De provincie Zeeland dreigt alsnog een miljoenenboete te moeten betalen voor de vertrekregeling voor 57-plussers. Dit blijkt uit de conclusies van de advocaat-generaal van de Hoge Raad
De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de bezwaren van de provincie Zeeland in een zaak tegen de belastingdienst over de vertrekregeling voor 57-plussers, ongegrond dienen te worden verklaard. Dit meldt de PZC.
In de zaak draait het om een zogenaamde non-activiteitenregeling (NAR) waar alle alle provincieambtenaren van 57 jaar en ouder gebruik van konden maken. Deze regeling hield onder meer in dat de ambtenaren tot aan hun AOW betaald verlof kregen met behoud van een groot deel van hun salaris. 160 ambtenaren gingen akkoord met dit aanbod.
Belastingdienst
De Belastingdienst zag het als een regeling voor vervroegde uittreding en legde daarop de provincie een boete op. Totdat de laatste vertrokken ambtenaar de AOW-leeftijd heeft bereikt, moet de provincie jaarlijks afrekenen bij de Belastingdienst. Het bedrag loopt op tot in totaal 16 miljoen euro.
De boete werd ingesteld om VUT-regelingen te ontmoedigen. Ondanks de bezwaren van de provincie concludeert de advocaat-generaal dat alleen 57-plussers van de NAR gebruikt konden maken en het dus een VUT-regeling is. ‘Van een reorganisatie ‘op basis van niet-leeftijdgerelateerde criteria’ of ‘criteria in overeenstemming met arbeidsrechtelijk aanvaardbare beginselen’ is geen sprake.’
De provincie wacht de definitieve uitspraak van de Hoge Raad af.
(Bron: PZC)
Geef een reactie