‘Driekwart van de Nederlanders zou bezwaar willen maken tegen de WOZ-waarde van hun woning,’ schrijft Bezwaarmaker.nl maandag in een persbericht. Maar klopt deze bewering wel?
Bezwaarmaker.nl is een bureau dat mensen op no-cure-no-paybasis helpt bezwaar te maken tegen WOZ-beschikkingen en de daarop gebaseerde onroerendezaakbelasting (OZB). Het verdienmodel is als volgt: als een klant wint, ‘incasseert het bureau de vergoeding die de gemeente moet betalen voor juridische kosten’. Het gaat om een relatief kleine speler in de markt.
27 procent vindt waarde te hoog
Gemeente.nu vroeg de onderliggende rapportage (pdf-bestand) op, waaruit blijkt dat 27 procent van de huizenbezitters de huidige WOZ-waarde van hun woning te hoog vindt. Hoe is het dan mogelijk dat driekwart bezwaar zou willen maken? ‘Hoe dat kan is mij ook niet duidelijk,’ zegt Ko Maas van de organisatie. Maar de onderzoeksvraag waarop deze conclusie is gebaseerd, luidt: ‘Kunt u aangeven in volgorde van belang tegen welk punt u het meeste bezwaar zou maken?’
Respondenten kregen daarbij een lijst van antwoorden voorgelegd met, naast de WOZ-waarde, items als ‘Zwarte Piet’, ‘files’ en ‘schoonfamilie’. Anne Elevelt, promovendus survey methodologie aan de Universiteit Utrecht, stelt grote vraagtekens bij die lijst. ‘Als methodoloog vind ik dit geen goed lijstje, omdat er zaken in staan die niets met elkaar te maken hebben. Bovendien zijn mensen door de voorafgaande vragen gestuurd om hier voor de WOZ te kiezen.’
Feitelijk onjuist
De conclusie waar deze vraag toe leidt, dat driekwart bezwaar zou willen maken tegen de WOZ-waarde van de woning, is bovendien ‘feitelijk niet juist’, zegt Elevelt. ‘Je hebt namelijk niet letterlijk gevraagd: zou je bezwaar willen maken tegen de WOZ-waarde van je woning? Nu dat niet is gebeurd, kun je hieruit niet opmaken dat mensen het ook écht willen doen.’
Opvallend, aldus Elevelt, is dat een kleine 25 procent de WOZ-waarde noemt als het allerbelangrijkste punt om bezwaar tegen te maken. ‘Dit strookt veel meer met het percentage dat de waarde daadwerkelijk te hoog vindt ingeschat.’ Opmerkelijk is dan weer dat 43 procent de kans op succes bij bezwaar maken ‘nihil’ acht. ‘Daar staat niet bij vermeld aan wie deze vraag is gesteld: aan alle huizenbezitters, of alleen aan de groep die de waarde te hoog vindt ingeschat?’ 17 procent blijkt van plan echt in de pen te klimmen om bezwaar te maken.
John Faasse says
Graag wil ik namens onderzoeksbureau Vostradamus reageren op bovenstaand artikel.
Op verzoek van Bezwaarmaker.nl hebben wij onderzoek gedaan onder een representatieve groep van woningbezitters naar kennis, houding en gedrag ten aanzien van de WOZ waarde en de mogelijkheid om tegen de vaststelling daarvan bezwaar te maken.
In het persbericht dat naar aanleiding van het onderzoek is verschenen wordt te stellig beweerd dat driekwart van de huizenbezitters bezwaar zou willen maken tegen de WOZ waarde van hun huis.
Dat moet inderdaad worden bezien binnen de context van de vraagstelling:
Binnen een rijtje met onderwerpen dat we hebben voorgelegd (van belasting en WOZ waarde tot Zwarte Piet en schoonfamilie) zie je dat dan mensen veel eerder de WOZ waarde iets vinden om bezwaar tegen te maken (driekwart van de ondervraagden sleept dat item naar de betreffende box) dan Zwarte Piet. De antwoordmogelijkheden waren overigens gerandomiseerd. De vraagstelling is overduidelijk met een knipoog ingestoken. We hebben niet verhuld dat we het op die manier hebben gevraagd. Integendeel, we hebben in de rapportage expliciet laten zien hoe de vraag aan de respondenten is voorgelegd.
Ik ben het er als onderzoeker niet mee eens dat je het niet op deze manier zou mogen vragen. Hooguit kun je stellen dat de conclusie in het persbericht over de ‘driekwart’ ook vergezeld had moeten worden van deze relativering.
De schrijver van het artikel heeft gelijk dat het potentieel aan mensen dat daadwerkelijk bezwaar zou willen maken eerder richting de 25% gaat. Overigens denk ik (op basis van de uitkomsten) dat er op dit gebied nog een gebrek aan kennis is bij de huizenbezitters. Ze zijn niet goed op de hoogte van de redenen die grond kunnen zijn om de hoogte van de WOZ waarde aan te vechten, zien op tegen de rompslomp en geloven niet dat het hen veel oplevert.
Als de kennis daarover onder huizenbezitters groter wordt zou het potentieel dat wel bezwaar wil maken tegen de WOZ-waarde weleens groter kunnen zijn dan de gevonden 25%.
Met het onderzoek is weinig mis, de vertaling naar het persbericht had wat betreft de kop genuanceerder gekund.