Op 1 juli 2022 treden de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking. Dit heeft effect op de mogelijkheden om leges te heffen én voor de personeelsformatie bij lokale overheden. Nico Nijveld van Involon, als redactielid verbonden aan VIND Lokale Belastingen, zet drie belangrijke voorbereidingen voor een kostendekkende legesheffing op een rij. ‘Achteroverleunen en wachten tot ook de Omgevingswet helemaal klaar is, is onverantwoord. Actie is vereist.‘
Leges waren lange tijd een zekere bron van inkomsten voor gemeenten. Met de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) verandert dit ingrijpend. Nijveld licht toe: ‘De mogelijkheden voor het heffen van leges veranderen. Tussen de 60 en 90 procent van alle aanvragen voor omgevingsvergunningen waarvoor burgers leges moeten betalen, komt een groot deel te vervallen. Dat is dus ook een substantieel deel aan inkomsten’
Vanaf 1 juli 2021 valt bij gemeenten ook een behoorlijk deel aan werk weg. Dat komt onder meer doordat de bouwtechnische toets overbodig wordt voor bouwwerken als dakkapellen en erkers (gevolgklasse 0). En doordat deze toets voor bijvoorbeeld alle grondgebonden bouwwerken en bedrijven tot 6 meter hoog (gevolgklasse 1) voortaan door een private partij moet gebeuren. ‘Reden dus voor gemeenten om voorbereidingen te treffen om deze inkomstenderving op te vangen,’ benadrukt Nijveld.
Financiële effecten nieuwe wet
Veel gemeenten zijn voor hun begrotingen van 2022 benieuwd naar de exacte financiële effecten van de nieuwe wet. Een rondgang leert volgens Nijveld dat veel gemeenten geen rekening houden met de effecten, maar pas nadat de inwerkingtreding definitief is een begrotingswijziging toepassen. ‘Maar dan moet je wél weten wat de financiële effecten zijn van de invoering. Als je bijvoorbeeld 3 miljoen euro per jaar aan legesinkomsten had, zijn er nu al kostenramingen dat er maar 2 miljoen overblijft. Voor de gemeentelijke begroting is het dus noodzakelijk te weten wat deze nieuwe wet met je kostendekking doet.’
Werkmodel op maat
Volgens Nijveld maken de Wkb en de Omgevingswet de normale problematiek rondom de leges nog een beetje lastiger. ‘Leges zien velen als complexe materie. Je hebt er fiscale en financiële en vakgerichte kennis van de betreffende vakafdeling die de vergunning verleent. Daarnaast is er veel jurisprudentie om rekening mee te houden.’
Hoewel de VNG en de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht elk een werkmodel aanreiken, raadt Nijveld gemeenten aan vooral te kijken welke legeskeuze het beste bij de eigen organisatie past. ‘Het wegvallen van de bouwkundige toets bij gemeenten in de gevolgklassen 0 en 1 geeft problemen. Je hebt immers je formatie. Wat ga je met deze personen doen? Neem je afscheid van elkaar, of bied je deze mensen ander werk aan en welk werk dan? Ook vraagt de nieuwe wet een andere financiering, omdat je geen heffingen meer hebt,’ aldus Nijveld.
Hij waarschuwt gemeenten dan ook niet achterover te leunen. ‘Ja, de invoeringsdatum van de wet- en regelgeving rondom de Omgevingswet is nog niet hard. En hoewel sommigen denken “het gaat hem niet worden zo” moeten gemeenten hier nu wel wat mee. Er zijn drie serieuze keuzes maken op basis van de Wet kwaliteitsborging en de Omgevingswet.’
Drie voorbereidingen
Nijveld zet ze op een rij. ‘Allereerst, hoe gaat je gemeente om met het voortraject? Dus de voorfase met het omgevingsoverleg. Hoe ga je hiermee om in je legesheffing? Gemeenten moeten dit verwoorden in hun legesverordening. Ten tweede moeten gemeenten bepalen of ze wel of geen leges gaan heffen over milieubelastende activiteiten. En ten derde moet je een keuze maken over de ruimtelijke toets. Welke heffingssystematiek ga je hanteren? Er zijn hierbij twee smaken: het werkmodel van VNG en dat van de Vereniging Bouw en Woningtoezicht, met echter een substantieel verschil voor je legesinkomsten.’
VIND Lokale Belastingen
Bent u op zoek naar een kennispartner voor lokale belastingen?
Raadpleeg dan VIND Lokale Belastingen of neem contact op met Nico Nijveld via N.Nijveld@involon.nl.
Geef een reactie