Ook gemeenten zijn eigenaar of beheerder van een flink aantal geodata. Wat heeft een zelfrijdende auto daaraan? Maar ook: wat hebben gemeenten aan data die de zelfrijdende auto genereert?
Aan mijn vijfjarige dochter is het lastig uit te leggen wat papa doet op zijn werk. Tot ik werd gevraagd om een verkenning te doen naar geo-informatie en de zelfrijdende auto. Thuis vertelde ik dit trots aan mijn dochter, waarop haar eerste reactie was: “Maar papa: dat kán toch helemaal niet, een auto die zelf rijdt. Je moet toch sturen en remmen…” Vervolgens kwam haar vraag: “Wanneer is die zelfrijdende auto er dan?”. Optimistisch als ik was, antwoordde ik dat als zij tien jaar was, de zelfrijdende auto een feit zou zijn. Niet veel later legden experts hun schatting neer rond 2030-2040 en volgens sceptici komt de volledig autonome auto er nooit.
Toch zijn er wel ontwikkelingen. Afgelopen najaar kwam de Amerikaanse producent Tesla met een software-upgrade voor de autopilotfunctie, waardoor een Tesla in feite de eerste zelfrijdende auto op de Nederlandse (snel)weg is. Toeval of niet, elke vrijdag staat er op het parkeerterrein van het zwembad een zwarte Tesla, zodat ik na de zwemles tegen mijn dochter kan zeggen: “Kijk Eline, daar staat ‘ie: de zelfrijdende auto!”
Maar waarom zouden we met z’n allen aan de zelfrijdende auto moeten? Een reden zou kunnen zijn om de verkeersveiligheid te vergroten, waarbij ingezoomd wordt op de zwakste schakel: de bestuurder. In 2015 waren er in Nederland 507 dodelijke verkeersslachtoffers, onder wie 187 automobilisten. Om dit aantal in perspectief te plaatsen: bij de MH17-ramp kwamen 196 mensen met de Nederlandse nationaliteit om. Deze mensen waren op weg naar hun bestemming voor werk, familiebezoek, of vakantie; net als de mensen die omkomen in of door een auto.
Nog een reden. In Nederland staan we in het verkeer gemiddeld 50 uur per jaar in de file, ofwel meer dan een volle werkweek. In de meeste gevallen worden files veroorzaakt door bestuurders zelf: door een ongeluk of door onnodig remmen (spookfiles). Een zelfrijdende auto gaat veel beter mee in het verkeer en verbetert de doorstroming.
In Nederland zitten alle automobilisten samen jaarlijks meer dan 100 miljard kilometer in de auto. In het ideale geval dat je gemiddeld 80 km/h kan rijden, betekent dit dat die automobilisten met z’n allen elk jaar 1,25 miljard uur in de auto zitten. Tijd die verloren gaat, want het beantwoorden van een e-mail of het lezen van een vergaderstuk tijdens het rijden is niet alleen verboden, maar ook nog eens buitengewoon gevaarlijk.
Om die 1,25 miljard uur in perspectief te plaatsen: Nederland heeft 5,4 miljoen mensen die gemiddeld 18 uur per maand vrijwilligerswerk doen, ofwel 1,1 miljard uur per jaar. Betekent dat wij straks door onze reis in deze auto’s een verdubbeling van het aantal uur vrijwilligerswerk bereiken? In ieder geval houden wij tijd ‘over’, dus denk maar vast na wat je straks met al die extra tijd gaat doen.
Onder de motorkap
Maar wíllen we eigenlijk wel aan de zelfrijdende auto? Een op de drie Nederlanders heeft geen behoefte aan een auto die zelfstandig rijdt. Het vertrouwen in deze nieuwe technologie is (nog) te klein. Waarschijnlijk ook omdat voor veel mensen de techniek een black box is. Daarom een kijkje onder de motorkap.
In de zelfrijdende auto zitten technieken als GPS, radar en laserscanning om continu de eigen locatie en de omgeving waar te nemen. Met deze gegevens bouwt deze auto zijn eigen geometrische kijk op de wereld op. Dit opgebouwde driedimensionale model vergelijkt de zelfrijdende auto met zijn eigen modellen van voetgangers, wegwerkzaamheden en de omgeving. De auto anticipeert daarbij op afwijkingen ten opzichte van het verwachtingsmodel. Hoe gedetailleerder de basiskaart, hoe eenvoudiger het voor de auto wordt om zijn inschatting te kunnen maken. Dat is de reden dat kaartmakers als TomTom en Here investeren in high definition (HD) maps. Daarmee wordt geodata dé brandstof voor de zelfrijdende auto. De vraag is welke rol de overheid en haar geo-basisregistraties hierin krijgen.
Maar denk ook eens andersom. Zo’n auto is als het ware een rijdende sensor waarmee je een schat aan informatie kunt verzamelen. Bijvoorbeeld over de toestand van onze wegen, of de actualiteit van de kaart. Ook dat levert weer vragen op: wie wordt de eigenaar van die data? En hoe zit het met privacy? Deze en andere vragen hebben wij op een rij gezet, zodat het ministerie van Infrastructuur en Milieu ermee verder kan.
Als mijn dochter en ik op vrijdag naar de zwemles gaan, geef ik haar wel eens de autosleutel en zeg ik: “Eline, rij jij?”. Waarop zij reageert: “Maar papa, dat kan toch niet! Ik heb toch geen rijbewijs?”. Waarop ik dan zeg: “Maar dat hoeft ook helemaal niet: jij hebt later een zelfrijdende auto…”
Over de auteur:
Arnoud de Boer is adviseur geo-standaarden bij Geonovum en werkt aan gegevensmodellen en uitwisselstandaarden voor geo-informatie.
Geef een reactie