Centrale gegevensuitwisseling wordt de basis voor controle van adressen van inwoners. Het kabinet wil de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) naar zich toetrekken en deelname verplicht stellen, blijkt uit een conceptwetsvoorstel.
Een proef in 2017 wees uit dat gemeenten met de nieuwe aanpak flinke besparingen boeken. Ze sporen bijvoorbeeld gemakkelijker fraude op. ‘Deze werkwijze wordt structureel in de wet vastgelegd en komt daarmee beschikbaar voor alle colleges in het kader van hun bijhoudingstaak. Daarmee komt dus een einde aan de bestaande situatie waarbij colleges op basis van vrijwilligheid aan LAA deelnemen.’
Dat schrijft staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken, die het voorstel op de valreep voorlegde in zijn tijdelijke rol als minister. Deze week keert Ollongren terug op die post. Het merendeel van de lokale overheden heeft zich volgens een overzicht van vorig jaar al bij de vrijwillige aanpak aangesloten.
Gecentraliseerd
Niet de gemeente, maar het Rijk wordt verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens. Bovendien wordt de minister van Binnenlandse Zaken in het voorstel ook bevoegd gegevens van burgers te verwerken. Nu gaan gemeenten nog volledig zelf over het systeem. De rol van het Rijk moet leiden tot beter bruikbare ‘signalen’ voor gemeenten.
De minister zal gebruikmaken van ‘profielen’ om de data te verrijken. ‘Een profiel bestaat uit één of meerdere indicatoren op basis waarvan er twijfel kan ontstaan over de juistheid van een adresgegeven in de Basisregistratie personen (BRP). De profielen zelf worden gebaseerd op kennis en praktijkervaringen van gemeenten en bestuursorganen, bijvoorbeeld met betrekking tot adresgerelateerde fraude.’
Uitwonende jongere
Als voorbeeld noemt Knops het profiel van een ‘uitwonende jongere’ voor de studiefinanciering. Daarmee wordt soms gefraudeerd en dat wil de bewindsman opsporen: ‘Het gaat om jongeren die zich laten uitschrijven uit het ouderlijk huis en zich vervolgens binnen dezelfde gemeente laten inschrijven bij familieleden in de tweede of derde graad.’
Ook ‘derden’ gaan straks mogelijk gegevens aanleveren die de overheid mag gebruiken. ‘Een verschil met de aan te wijzen bestuursorganen is dat op deze derden geen verplichting rust om terug te melden.’ Wie dat worden, kan Knops nog niet zeggen. In algemene termen zal het gaan om ‘organisaties die grote hoeveelheden persoonsgegevens verwerken’, op basis van ‘bijvoorbeeld bestandsvergelijkingen’.
Burgers kennen
Over de vraag hoe de plannen zich verhouden tot de privacy, schrijft Knops: ‘De juistheid van (adres)gegevens in de BRP is essentieel voor het functioneren van de Nederlandse overheid. Een overheid die burgers niet kent of niet weet te vinden, is niet in staat om de taken te verrichten die door de burgers aan haar zijn toevertrouwd.’ Gelet op dit doel, is de opzet volgens de staatssecretaris toelaatbaar onder de Europese AVG.
Onlangs werd de overheid nog door de rechter teruggefloten vanwege het Systeem Risico Indicatie (SyRI), dat gegevens van burgers koppelde om fraude te voorspellen.
Geef een reactie