De rotterdamse deelgemeente kan niet aantonen dat het verwerken van etnische gegevens bijdraagt aan een specifieke aanpak. Het CBP legt daarom een dwangsom op.
De deelgemeente Charlois in Rotterdam verwerkt structureel gegevens betreffende ras/etniciteit ten behoeve van een specifieke aanpak van risicojongeren uit minderheidsgroepen terwijl de deelgemeente niet kan aantonen dat deze aanpak geschikt is om de achterstand van de jongeren te verminderen of op te heffen.
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) concludeerde eerder na onderzoek dat de wijze waarop Charlois etniciteit registreert in het kader van DOSA (Deelgemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak) strijdig is met de wet. Naar aanleiding van het onderzoek heeft de deelgemeente een aantal maatregelen in haar werkwijze doorgevoerd – zoals de mogelijkheid voor de betrokkene om bezwaar te maken tegen registratie van het geboorteland – en deze in een hoorzitting mondeling toegelicht. De getroffen maatregelen zijn echter onvoldoende om de geconstateerde onrechtmatigheden op te heffen.
Dwangsom
Charlois kan daardoor geen beroep doen op de uitzonderingen die de wetgever maakt op het verbod van registratie van etniciteit. Het(CBP) heeft dan ook geconcludeerd dat Charlois in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) handelt en de deelgemeente een last onder dwangsom opgelegd.
Drie dagen
De toezichthouder heeft Charlois gesommeerd binnen drie dagen te stoppen met het verwerken van gegevens betreffende ras/etniciteit en de al geregistreerde gegevens binnen drie maanden uit het systeem DOSA te verwijderen. Als Charlois deze maatregelen niet binnen de genoemde termijnen uitvoert, is de deelgemeente een dwangsom verschuldigd van 2000 euro per dag dat de maatregelen (nog) niet zijn getroffen met een maximum van 250.000 euro per maatregel.
Geef een reactie