Uit onderzoek van de TU Delft blijkt dat gemeenten voor optimaal werkende afdelingen burgerzaken niet te klein of te groot moeten zijn. “De noodzaak van productiviteitsgroei in de publieke sector is nu groter dan ooit.”
De universiteit deed benchmarkonderzoek naar het functioneren van de afdelingen burgerzaken in het land. Conclusie: dat kan in veel gemeenten beter en dat is momenteel hard nodig.
“Aan deze noodzaak liggen twee ontwikkelingen ten grondslag”, staat in Benchmarking Burgerzaken, een empirisch onderzoek naar de kostendoelmatigheid van burgerzaken.
“In de eerste plaats staan de financiën van de publieke sector onder druk als gevolg van bezuinigingen. In de tweede plaats worden er op de langere termijn knelpunten op de arbeidsmarkt verwacht als gevolg van vergrijzing en ontgroening van de bevolking.”
Moeizaam
Goed, dat is wel zo’n beetje bekend. De lokale overheid is hier toch druk mee bezig? Nee, stelt het onderzoek. “In de marksector dwingende concurrentieoverwegingen organisaties ertoe om voortdurend aandacht te hebben voor productiviteitsverbetering en deze waar mogelijk te realiseren. In de publieke sector ontbreken de prikkels van de markt en lijken productiviteitsverbeteringen moeizaam tot stand te komen.”
In het onderzoek wordt de inzet van middelen afgezet tegen de productie van medewerkers op de afdeling. Zo wordt de doelmatigheid gekwantificeerd, uitgedrukt in een percentage. Gemiddeld scoren gemeenten een percentage van 82,6 procent, waar 100 procent natuurlijk de maximaal haalbare doelmatigheid is. Overigens zit de laagste score net boven de 50 procent.
Dat kan dus beter, maar hoe?
Schaal
Ongeveer 20 procent van de gemeenten is zo groot als de optimale schaal voor deze dienstverlening. Te groot kan ook, dat is het geval in 15 procent van de gemeenten. In de rest is doelmatigheidswinst te halen door vaak groter en soms ook kleiner te worden.
De conclusie gaat gepaard met een waarschuwing: “Het benutten van de schaalvoordelen door simpelweg te fuseren kent een belangrijke kanttekening. Er is immers ook geconstateerd dat bij fusiegemeenten de afdeling burgerzaken een gemiddeld lagere doelmatigheidsscore heeft.”
Herindeling
Na verloop van tijd gaat deze score weer omhoog, vaak boven de score van de kleinere gemeenten voor de herindeling. Dat maakt dit onderzoek dan weer erg wetenschappelijk, in die zin dat er veel slagen om de arm worden gehouden. Er is dan ook verder onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de inzet van ict.
Maar goed, wat is de optimale schaal dan?
“Bij minder dan 17.000 inwoners zijn er schaalvoordelen, bij meer dan 65.000 inwoners is er sprake van schaalnadelen”, is de conclusie. “Tussen de 17.000 en 65.000 inwoners wordt voor een aantal gemeenten gevonden dat zij niet significant van de optimale schaal afwijken.”
Bijna alle gemeenten gebruiken deze kennisbank voor betrouwbare informatie over burgerzaken >> |
---|
Baudoin says
Heel aardig en nuttig onderzoek, op zich zijn de resultaten helder. Jammer dat men hier nu meteen al het instrument herindeling aan verbind, dit is ??n stap te ver. Gelet op de heel geringe reikwijdte van het onderzoek (alleen Burgerzaken), kan men deze schaalvoordeel conclusies dit niet veralgemeniseren naar alle gemeentelijke taken.
van der Meer says
Korte vraag: wat is de optimale grootte van een gemeente dan? Het artikel stelt onder 17.000 schaalvoornadelen, boven de 65.000 schaalnadelen. De waarheid zou dan in het midden moeten liggen, maar…….. “tussen de 17 en 65 duizend inwoners……wijkt niet significant af van de optimale schaal”.
Dick Kaas says
Weer een onderzoek dat aangeeft dat op onderdelen een gemeente door samenwerking kennelijk beter kan functioneren.
Wat dat betekent voor het totaal en voor een democratische legitimatie (inclusief het gemeenschapsgevoel dat bij ‘gemeente’ hoort) wordt niet duidelijk. Dienstverlening mag ook (let op middenstand) een prijs hebben.
Wanneer kijken we eens naar het geheel ipv naar de afzonderlijke delen?