Voormalige asielzoekers die na een generaal pardon alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen, stuiten op te veel bureaucratische hobbels om een Nederlands paspoort te kunnen krijgen. Ze zouden daarbij meer geholpen moeten worden.
Daarvoor pleiten de Kinderombudsman en de Nationale Ombudsman in een rapport
Het probleem speelt vooral bij kinderen en jongvolwassenen. Op grond van de generaal pardonregeling in 2007 hebben sindsdien ongeveer 27 duizend vreemdelingen een verblijfsvergunning gekregen. Als iemand vijf jaar een verblijfsvergunning heeft, kan hij een verzoek indienen om Nederlander te worden. Ruim 30 procent van deze mensen heeft inmiddels een Nederlands paspoort.
Bewijsnood
Vaak ontbreken voor een Nederlands paspoort het vereiste buitenlandse paspoort en de gelegaliseerde geboorteakte. Mensen kunnen dan een beroep doen op de zogenoemde bewijsnood, waarbij de aanvrager moet aantonen dat het onmogelijk is die documenten nog op te vragen. Maar gemeenten en de Immigratie- en Naturalisatiedienst werken op dat vlak onvoldoende samen, stelt de ombudsman in het rapport. Vluchtelingenwerk Nederland trok al jaren geleden over dit probleem aan de bel.
Minderjarigen kunnen niet zelfstandig een verzoek om naturalisatie indienen. Als het verzoek van de ouders wordt afgewezen, dan wordt automatisch ook het verzoek van de minderjarige afgewezen. De Kinderombudsman wil dat VenJ beter rekening houdt met de belangen van deze kinderen.
Geef een reactie