Telfouten in stembureaus moeten sneller kunnen worden hersteld, na de Europese verkiezingen zijn alle uitslagen door gemeenten op de juiste manier gepubliceerd, en het animo van kiezers om bij het tellen van de stemmen te zijn moet omhoog. Maar bovenal is er tevredenheid over de dit jaar gehouden verkiezingen.
Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) en de Kiesraad blikken tevreden terug op de stembusgang voor de Provinciale Staten, waterschappen en het Europees Parlement. Dat komt naar voren uit de evaluatie van de verkiezingen. In het rapport worden onder meer de experimenten met centraal tellen van de stemmen en toegankelijkheid van de stemlokalen gewogen.
Telfouten
Wel vindt de minister dat de Kieswet meer gelegenheid moet bieden om telfouten op tijd voor de vaststelling van de verkiezingsuitslag te constateren en corrigeren. Daarom heeft ze in april het wetsvoorstel ‘nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen’ in consultatie gebracht. Het voorstel regelt onder meer de invoering van een gemeentelijk stembureau, dat de taak krijgt om gelijk na de stemming eventuele door stembureaus gemaakte fouten te herstellen.
Met die gemeentelijke stembureaus is ook geëxperimenteerd bij de pilots met centraal stemmen tellen. ‘De experimenten zijn over het algemeen goed verlopen,’ schrijft Ollongren in de bijbehorende brief. ‘Wel zijn er kanttekeningen ten aanzien van de belasting in de organisatie.’ Dat bleek ook al uit kritische reacties op het wetsvoorstel, waarin de minister centraal tellen verplicht wil stellen.
Ollongren zegt de ontvangen adviezen te bestuderen en samen met de uitkomsten van de evaluatie te betrekken bij de verdere voorbereiding van het wetsvoorstel. Ze wil het wetsvoorstel na het zomerreces zo spoedig mogelijk voor advies aan de Raad van State aanbieden.
Uitslagen publiceren
Een ander punt in de evaluatie is het publiceren van de uitslagen. Ollongren geeft aan dat gemeenten hun processen hebben moeten aanpassen om te voldoen aan de wettelijke verplichting. In overleg met de VNG en de NVVB zijn een aantal acties ingezet om publicatie te bewerkstelligen, waaronder een handreiking voor gemeenten.
‘Ik heb met tevredenheid geconstateerd dat een groot deel van de gemeenten na de Europees Parlementsverkiezing direct heeft voldaan aan publicatie. Gemeenten die dat nog niet hadden gedaan zijn gericht benaderd,’ schrijft de minister. In de brief van 14 juni rept ze nog over één gemeente die zich niet aan de wettelijke verplichting hield, maar uit navraag bij het ministerie blijkt dat alle gemeenten inmiddels aan de plicht hebben voldaan.
Zwarte lijst
Na de Provinciale Statenverkiezingen dreigde Ollongren met een ‘zwarte lijst’, omdat de naleving volgens haar onvoldoende was. In mei bleek dat de meeste gemeenten wél de juiste uitslagen hadden gepubliceerd. En na de Europese Verkiezingen zijn dus alle gemeenten voor de test geslaagd. Om te zorgen dat het proces in de toekomst met minder horten en stoten verloopt kijkt ze ‘naar verdere verbeteringen in de uniformiteit en tijdigheid van deze publicaties’.
Ook hebben volgens de Open State Foundation meer gemeenten de ‘open data’ CSV-bestanden gepubliceerd, zoals de minister had gevraagd. In het eerder genoemde wetsvoorstel heeft Ollongren opgenomen dat gemeenten hiertoe verplicht worden.
Aanwezig bij stemmen tellen
Verder stipt de bewindsvrouw in de evaluatie aan dat ze het ‘jammer vindt dat de animo om aanwezig te zijn bij de telling van de stemmen gering is’. In de aanloop naar de verkiezingen heeft ze gemeenten gevraagd kiezers op deze mogelijkheid te attenderen, maar er was weinig interesse om bij de telling aanwezig te zijn. Voor de komende Tweede Kamerverkiezingen wil de minister daarom een oproep doen om de telling bij te wonen.
Uitslag berekenen
In maart kondigde Ollongren aan een nieuw digitaal hulpmiddel voor de berekening van de uitslagen te willen ontwikkelen. Dit zal de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) vervangen die de Kiesraad beschikbaar stelt aan gemeenten. Er is een programmadirecteur aangesteld die leiding gaat geven aan deze omschakeling en er moet een wetsvoorstel worden gemaakt ‘waarin de verantwoordelijkheden en de betrouwbaarheidseisen voor de digitale hulpmiddelen en het gebruik daarvan worden verankerd’. De transitiefase zal zeker tot eind 2020 duren.
Geef een reactie